201602861/2/A3.
Datum uitspraak: 26 mei 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Sportech Racing B.V., gevestigd te Rijswijk,
verzoekster,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 7 maart 2016 in zaak nr. 15/5229 in het geding tussen:
de vennootschap naar Engels recht The Sporting Exchange Ltd., handelend onder de naam Betfair (hierna: Betfair), gevestigd te Londen, (Verenigd Koninkrijk)
en
de raad van bestuur van de kansspelautoriteit.
Procesverloop
Bij besluit van 8 januari 2015 heeft de kansspelautoriteit de aanvraag van Betfair voor een vergunning voor het organiseren van de totalisator afgewezen.
Bij besluit van 5 juni 2015 heeft de kansspelautoriteit het door Betfair daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 7 maart 2016 heeft de rechtbank het door Betfair daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 5 juni 2015 vernietigd en bepaald dat de kansspelautoriteit een nieuw besluit op bezwaar moet nemen met inachtneming van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft Sportech hoger beroep ingesteld.
Sportech heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 12 mei 2016, waar Sportech, vertegenwoordigd door mr. H.J. Breeman, advocaat te Rotterdam, en de kansspelautoriteit, vertegenwoordigd door mr. R.G.J. Wildemors, werkzaam bij de kansspelautoriteit, zijn verschenen.
Voorts is ter zitting Betfair, vertegenwoordigd door mr. J.G.J.E. Franssen, advocaat te Amsterdam, gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Voor het organiseren van een totalisator is ingevolge artikel 23 van de Wet op de kansspelen (hierna: de Wok) slechts één vergunning beschikbaar die slechts aan één rechtspersoon kan worden verleend, zo volgt uit artikel 24 van de Wok. Voor de jaren 2015 en 2016 heeft de kansspelautoriteit deze ene beschikbare vergunning verleend aan Sportech. De aanvragen van andere geïnteresseerden, waaronder Betfair, zijn afgewezen.
Betfair heeft zowel tegen de in bezwaar gehandhaafde afwijzing van haar eigen aanvraag als tegen de verlening van de vergunning aan Sportech bezwaar gemaakt bij de kansspelautoriteit en beroep ingediend bij de rechtbank. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak beslist op het beroep van Betfair tegen de afwijzing van haar eigen aanvraag. Op het beroep van Betfair tegen de in bezwaar gehandhaafde verlening van de vergunning aan Sportech heeft de rechtbank ten tijde van de behandeling van het verzoek van Sportech bij de Afdeling in de onderhavige zaak nog niet beslist.
3. In de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank over de omvang van het geding overwogen dat deze procedure alleen ziet op de beoordeling van het in bezwaar gehandhaafde besluit de aanvraag van Betfair af te wijzen en niet ziet op de beoordeling van het besluit tot verlening van de totalisatorvergunning aan Sportech. Naar het oordeel van de rechtbank betekent dit niet dat de aangevoerde gronden over de strijdigheid met het Unierecht van de door de kansspelautoriteit gevoerde procedure voor de vergunningverlening en het éénvergunningstelsel op zichzelf buiten de omvang van het geding vallen, zoals door de kansspelautoriteit is betoogd.
Vervolgens heeft de rechtbank geoordeeld dat de kansspelautoriteit bij de verlening van de totalisatorvergunning een transparante gunningsprocedure had moeten volgen en dat zij dat ten onrechte niet heeft gedaan. De rechtbank heeft het besluit op bezwaar vernietigd wegens strijdigheid met het Unierecht en artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht en de kansspelautoriteit opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen.
4. Sportech heeft verzocht om schorsing van deze uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan op haar hoger beroep.
4.1. De voorzieningenrechter is van oordeel dat Sportech een spoedeisend belang heeft. Haar verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening, inhoudende dat de aangevallen uitspraak wordt geschorst en dat de kansspelautoriteit geen nieuw besluit op bezwaar hoeft te nemen, strekt ertoe dat het in die uitspraak gegeven oordeel van de rechtbank over de weigering van de vergunning aan Betfair niet het nog te geven oordeel van de rechtbank over de aan Sportech verleende totalisatorvergunning en de daarvoor doorlopen procedure beïnvloedt. Betfair heeft in beginsel terecht gesteld dat een nieuw besluit op bezwaar over de weigering van een vergunning aan de één de rechtmatigheid van de vergunning aan een ander niet aantast. De rechtbank heeft echter ook overwogen dat indien tot het oordeel wordt gekomen dat de kansspelautoriteit Betfair en andere partijen de gelegenheid had moeten bieden mee te dingen naar de vergunning de kansspelautoriteit niet de juiste procedure heeft gevolgd en het bestreden besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen. Voorts heeft de rechtbank over het éénvergunningstelsel overwogen dat indien zij tot het oordeel zou komen dat het éénvergunningsstelsel in strijd is met het Europees recht, Betfair naast Sportech in aanmerking zou kunnen komen voor de gevraagde vergunningen. Gelet hierop en in aanmerking genomen dat de kansspelautoriteit een nieuw besluit op bezwaar moet nemen met inachtneming van die overwegingen bestaat in dit geval geen grond voor het oordeel dat het spoedeisende belang bij Sportech daarom ontbreekt.
5. Sportech heeft aangevoerd dat zij bij de rechtbank ten onrechte niet in de gelegenheid is gesteld aan het geding deel te nemen. Daardoor is haar recht op een eerlijk proces en het verdedigingsbeginsel geschonden, aldus Sportech.
5.1. Beoordeeld dient te worden of de rechtbank Sportech ten onrechte niet in de gelegenheid heeft gesteld om als partij aan het geding deel te nemen.
Ingevolge artikel 8:26, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan de bestuursrechter tot de sluiting van het onderzoek ter zitting ambtshalve, op verzoek van een partij of op hun eigen verzoek, belanghebbenden in de gelegenheid stellen als partij aan het geding deel te nemen.
Zoals hiervoor overwogen heeft de rechtbank in de aangevallen uitspraak de aangevoerde gronden over de strijdigheid met het Unierecht van de door de kansspelautoriteit gevoerde procedure voor de vergunningverlening en het éénvergunningstelsel beoordeeld. Over de gevoerde procedure voor de verlening van de totalisatorvergunning heeft de rechtbank geoordeeld dat de kansspelautoriteit een transparante gunningsprocedure had moeten volgen en Betfair en andere geïnteresseerden de mogelijkheid had moeten bieden mee te dingen naar die vergunning. Door dit oordeel heeft de rechtbank de verlening van de vergunning aan Sportech betrokken bij de weigering van de door Betfair aangevraagde vergunning. Sportech is belanghebbende bij de verlening van de totalisatorvergunning. Onder deze omstandigheden had Sportech naar het oordeel van de voorzieningenrechter in de gelegenheid moeten worden gesteld haar belang bij de instandhouding van het afwijzende besluit bij de rechtbank naar voren te brengen en is Sportech in haar rechtspositie aangetast doordat de rechtbank dit heeft nagelaten.
6. Gelet op het vorenstaande ziet de voorzieningenrechter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
7. De kansspelautoriteit dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 7 maart 2016 in zaak nr. 15/5229 totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemprocedure;
II. veroordeelt de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit tot vergoeding van bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Sportech Racing B.V. in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 992,00 (zegge: negenhonderdtweeënnegentig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Sportech Racing B.V. het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 503,00 (zegge: vijfhonderddrie euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. S.F.M. Wortmann, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. S.C. van Tuyll van Serooskerken, griffier.
w.g. Wortmann w.g. Van Tuyll van Serooskerken
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 26 mei 2016
290.