ECLI:NL:RVS:2016:2200

Raad van State

Datum uitspraak
10 augustus 2016
Publicatiedatum
10 augustus 2016
Zaaknummer
201507357/2/R6
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.C. Kranenburg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake bestemmingsplan Klooster Nazareth

In deze zaak gaat het om een bestuursrechtelijke procedure waarbij de raad van de gemeente Gemert-Bakel op 9 juli 2015 het bestemmingsplan "Klooster Nazareth" heeft vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de appellant, wonend te Gemert, beroep ingesteld. De raad heeft een verweerschrift ingediend en de zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer. De zitting vond plaats op 24 december 2015, waar de appellant en de raad, vertegenwoordigd door mr. F.T.H. Branten, R. Oudegriep en dr. T. Thelen, aanwezig waren. Ook andere belanghebbenden, waaronder "BL Huisvesting B.V.", waren vertegenwoordigd.

Op 17 februari 2016 heeft de Afdeling een tussenuitspraak gedaan, waarin de raad werd opgedragen om binnen achttien weken het gebrek in het besluit van 9 juli 2015 te herstellen. De raad heeft op 31 mei 2016 een gewijzigd bestemmingsplan vastgesteld, waarmee het eerdere besluit is vervangen. De appellant heeft geen zienswijze ingediend over de wijze van herstel. De Afdeling heeft besloten dat een nadere zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten.

De Afdeling oordeelt dat het besluit van 9 juli 2015 niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid en in strijd is met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het beroep van de appellant tegen dit besluit is gegrond, en het besluit wordt vernietigd voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Wonen-Nazareth". Het besluit van 31 mei 2016 is een vervangend besluit en het beroep van de appellant daartegen is ongegrond. De proceskosten zijn niet voor vergoeding in aanmerking gekomen. De uitspraak is gedaan door mr. J.C. Kranenburg, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. W.S. van Helvoort, griffier.

Uitspraak

201507357/2/R6.
Datum uitspraak: 10 augustus 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Gemert, gemeente Gemert-Bakel,
en
de raad van de gemeente Gemert-Bakel,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 9 juli 2015 heeft de raad het bestemmingsplan "Klooster Nazareth" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 24 december 2015, waar [appellant] en de raad, vertegenwoordigd door mr. F.T.H. Branten, R. Oudegriep, beiden werkzaam bij de gemeente, en dr. T. Thelen, deskundige, zijn verschenen. Voorts zijn "BL Huisvesting B.V." en [belanghebbende], beide vertegenwoordigd door [directeur] van BL Huisvesting B.V., als partij gehoord.
Bij tussenuitspraak van 17 februari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:372, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen achttien weken na verzending van de tussenuitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen het gebrek in het besluit van 9 juli 2015 te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
Bij besluit van 31 mei 2016 heeft de raad ter uitvoering van de tussenuitspraak het bestemmingsplan "Klooster Nazareth" gewijzigd vastgesteld. Hiermee is het besluit van 9 juli 2015 vervangen.
[appellant] is in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze over de wijze waarop het gebrek is hersteld naar voren te brengen. Van deze gelegenheid heeft hij geen gebruik gemaakt.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
Het besluit van 9 juli 2015
1. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling onder 7.4 overwogen dat het besluit van 9 juli 2015 wat betreft het plandeel met de bestemming "Wonen-Nazareth", niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid.
2. Gelet op hetgeen is overwogen in de tussenuitspraak ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het besluit van 9 juli 2015 in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) is vastgesteld. Het beroep van [appellant] tegen dit besluit is gegrond. Het besluit van 9 juli 2015 dient dan ook te worden vernietigd, voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Wonen-Nazareth".
Het besluit van 31 mei 2016
3. Ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Awb heeft het bezwaar of beroep van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben.
Het besluit van 31 mei 2016 is een besluit tot vervanging van het besluit van 9 juli 2015. Ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Awb is het besluit van 31 mei 2016 daarom onderdeel van dit geding. Het beroep van [appellant] is van rechtswege gericht tegen dit besluit.
4. [appellant] heeft naar aanleiding van het besluit van 31 mei 2016 geen zienswijze ingediend. De Afdeling leidt hieruit af dat [appellant] geen bezwaren heeft tegen het besluit van 31 mei 2016. Het van rechtswege ontstane beroep is ongegrond.
5. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen is niet gebleken.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van 9 juli 2015, waarbij het bestemmingsplan "Klooster Nazareth" is vastgesteld, voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Wonen-Nazareth";
III. verklaart het beroep tegen het besluit van 31 mei 2016 ongegrond;
IV. gelast dat de raad van de gemeente Gemert-Bakel aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 167,00 (zegge: honderdzevenenzestig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.C. Kranenburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.S. van Helvoort, griffier.
w.g. Kranenburg w.g. Van Helvoort
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 10 augustus 2016
361.