ECLI:NL:RVS:2016:2864
Raad van State
- Hoger beroep
- G.M.H. Hoogvliet
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen omgevingsvergunning voor vleesvarkensstal in strijd met bestemmingsplan
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen de tussenuitspraak en einduitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin de rechtbank de bezwaren van appellanten tegen de omgevingsvergunning voor de bouw van een vleesvarkensstal op het perceel Bankenstraat 61 te Etten-Leur ongegrond heeft verklaard. De omgevingsvergunning werd verleend door het college op 21 juni 2012. Appellanten vrezen dat de realisatie van de varkensstal hun woon- en leefklimaat zal aantasten. De rechtbank heeft in een tussenuitspraak geoordeeld dat een voorschrift van de vergunning in strijd was met het bestemmingsplan, maar het college heeft dit voorschrift aangepast. Appellanten betogen dat de goothoogte van de varkensstal in strijd is met het bestemmingsplan, dat een maximale goothoogte van 4 meter toestaat. Ook stellen zij dat de varkensschuur niet op de juiste afstand van de perceelsgrens is gebouwd. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de eerdere uitspraken van de rechtbank bevestigd. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de goothoogte correct is gemeten en dat de afstand tot de perceelsgrens voldoet aan de eisen van het bestemmingsplan. De Afdeling concludeert dat er geen strijd is met het bestemmingsplan en dat de vergunning terecht is verleend.