201606764/2/R2.
Datum uitspraak: 17 november 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster] Koel- en Vriesopslag B.V. (hierna: [verzoekster] B.V.), gevestigd te Sint-Oedenrode,
verzoekster,
en
de raad van de gemeente Sint-Oedenrode,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 30 juni 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied Sint-Oedenrode, herziening 3" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoekster] B.V. beroep ingesteld.
Tevens heeft [verzoekster] B.V. de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
[verzoekster] B.V. en de raad hebben nadere stukken ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 7 november 2016, waar [verzoekster] B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. A.A.M. van der Aa, en de raad, vertegenwoordigd door J.C.A.M. den Otter en C.L.J.H.M. van Baar, beiden werkzaam bij de gemeente, en [gemachtigde], zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. [verzoekster] B.V. exploiteert een bedrijf in koel- en vriesopslag op het perceel [locatie] te Sint-Oedenrode. Op het bedrijfsterrein van [verzoekster] B.V. is een weegbrug voor vrachtwagens aanwezig.
[verzoekster] B.V. wil deze weegbrug kunnen laten gebruiken voor het wegen van vrachtwagens van derden, zoals zij al langere tijd doet.
Tegen het gebruik van de weegbrug door derden leven bezwaren bij de raad en bij omwonenden. In het plan, een gedeeltelijke herziening van een eerder bestemmingsplan voor het buitengebied van Sint-Oedenrode, is het gebruik van de weegbrug door derden verboden.
3. [verzoekster] B.V. heeft hangende de behandeling van haar beroep tegen het plan de voorzieningenrechter verzocht het plan voor haar perceel te schorsen. Hiertoe heeft [verzoekster] B.V. erop gewezen dat het gemeentebestuur voornemens is handhavend op te treden tegen het gebruik van de weegbrug door derden. Vaststelling van het plan heeft tot gevolg dat geen concreet zicht op legalisatie van voornoemd gebruik van de weegbrug bestaat, aldus [verzoekster] B.V. Volgens [verzoekster] B.V. is die opstelling van het gemeentebestuur een rechtstreeks gevolg van het besluit tot vaststelling van het plan en zou schorsing van het plan de kans op een voor haar positieve regeling voor het door haar gewenste gebruik vergroten.
4. In het voorheen voor het perceel van [verzoekster] B.V. geldende bestemmingsplan, "Buitengebied Sint-Oedenrode, herziening 1", was aan het bedrijfsterrein de bestemming "Bedrijf" toegekend, met onder meer de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - 12".
Ingevolge artikel 6, lid 6.1, aanhef en onder a, van de planregels van laatstgenoemd plan zijn de voor "Bedrijf" aangewezen gronden bestemd voor bedrijven die zijn opgenomen in de ‘Tabel Bedrijven’ met bijbehorende voorzieningen. In de ‘Tabel Bedrijven’ is bij de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - 12" voor het perceel [locatie] als functie een koelbedrijf, bewortelingsbedrijf en een groothandel voor groente en fruit opgenomen. Ingevolge artikel 32, aanhef en onder o, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van de bestemmingsregels ten behoeve van het gebruik van een weegbrug binnen een bestemmingsvlak bedrijf onder de voorwaarden dat de exploitatie van de weegbrug niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefmilieu en/of de in de omgeving aanwezige functie(s), de exploitatie niet mag leiden tot een (naar redelijke verwachting) onevenredige aantasting van de verkeersveiligheid of leiden tot onveilige verkeersituaties, en de exploitatie geen onevenredige afbreuk mag doen aan of beperkingen opleggen voor omliggende bedrijven.
5. [verzoekster] B.V. heeft betoogd dat schorsing van het bestreden besluit met zich zou brengen dat weer een concreet zicht op legalisatie van het wegen door derden bestaat en het gemeentebestuur niet tot handhavend optreden kan overgaan. Met de gevraagde voorziening kan [verzoekster] B.V. dat naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet bereiken. Als de voorzieningenrechter zou overgaan tot het schorsen van het plan waartegen [verzoekster] B.V. nu beroep heeft ingesteld, zou op de hiervoor omschreven planregeling worden teruggevallen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter was het gebruiken van een weegbrug door derden (die het perceel [locatie] niet bezoeken ten behoeve van het daar toegestane koelbedrijf, bewortelingsbedrijf of groothandel voor groente en fruit, maar alleen voor het wegen van vrachtwagens) onder het voorheen geldende planologische regime evenmin bij recht toegestaan als in het nu door [verzoekster] B.V. bestreden plan. Weliswaar bevatte het voorheen geldende plan een mogelijkheid bij omgevingsvergunning af te wijken van de bestemmingsregels ten behoeve van de exploitatie van een weegbrug, maar ook daarmee bestaat geen concreet zicht op legalisatie van het wegen door derden op het perceel [locatie].
Gelet op het voorgaande ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding voor het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening.
6. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. G. Klapwijk, griffier.
w.g. Van Diepenbeek w.g. Klapwijk
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 november 2016
726.