ECLI:NL:RVS:2016:3174

Raad van State

Datum uitspraak
30 november 2016
Publicatiedatum
30 november 2016
Zaaknummer
201604619/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • H. Troostwijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een eerdere uitspraak inzake omgevingsvergunning voor het project 'Stroomlijn Nederrijn en Lek spoor 1'

Op 30 november 2016 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op het verzoek van [verzoekster] tot herziening van een eerdere uitspraak van 1 juni 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:1460). In die eerdere uitspraak werd het beroep van [verzoekster] tegen het projectplan 'Stroomlijn Nederrijn en Lek spoor 1' en de verleende omgevingsvergunning door de minister van Infrastructuur en Milieu ongegrond verklaard. Het verzoek tot herziening werd ingediend op basis van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Afdeling heeft het verzoek behandeld op 22 november 2016, waarbij [verzoekster] en de minister van Infrastructuur en Milieu, vertegenwoordigd door mr. M. Heerings, aanwezig waren.

De Afdeling overwoog dat herziening van een onherroepelijke uitspraak alleen mogelijk is op basis van feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, maar niet bekend waren bij de indiener van het verzoek. [Verzoekster] heeft echter geen nieuwe feiten of omstandigheden naar voren gebracht die tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. De door haar aangevoerde standpunten waren reeds in de eerdere uitspraak betrokken. De Afdeling concludeerde dat het verzoek om herziening niet kan worden ingewilligd, enkel omdat [verzoekster] het niet eens is met de eerdere uitspraak.

De beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak was om het verzoek af te wijzen, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

201604619/1/A1.
Datum uitspraak: 30 november 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het verzoek van:
[verzoekster], wonend te Lexmond, gemeente Zederik,
verzoekster,
om herziening (artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) van de uitspraak van de Afdeling van 1 juni 2016, in zaak nr. ECLI:NL:RVS:2016:1460.
Procesverloop
Bij uitspraak van 1 juni 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:1460) heeft de Afdeling het beroep van [verzoekster] tegen het bij besluit van 2 oktober 2015 door de minister van Infrastructuur en Milieu vastgestelde projectplan "Stroomlijn Nedrerrijn en Lek spoor 1" en het besluit van 6 oktober 2015 van het college van burgemeester en wethouders van Zederik, waarbij omgevingsvergunning is verleend voor onder meer het verwijderen van bos in de uiterwaarden van de Lek, ongegrond verklaard. De uitspraak is aangehecht.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 21 juni 2016, heeft [verzoekster] de Afdeling verzocht die uitspraak te herzien.
[verzoekster] heeft nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft het verzoek ter zitting behandeld op 22 november 2016, waar [verzoekster] en de minister van Infrastructuur en Milieu, vertegenwoordigd door mr. M. Heerings, advocaat te Den Haag, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 8:119, eerste lid, van de Awb kan de Afdeling op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Afdeling eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
2. Met een verzoek om herziening kan het geschil waarin eerder onherroepelijk is beslist niet opnieuw in volle omvang aan de rechter worden voorgelegd. Een verzoek om herziening is een buitengewoon rechtsmiddel dat slechts kan worden ingeroepen indien voor de zaak relevante feiten of omstandigheden die hebben plaatsgevonden voor de uitspraak, maar op dat moment niet bekend waren en konden zijn, alsnog bekend worden. [verzoekster] heeft dergelijke feiten en omstandigheden niet naar voren gebracht. De door haar naar voren gebrachte standpunten zijn reeds betrokken bij de uitspraak waarvan zij herziening vraagt. Dat [verzoekster] het niet eens is met de uitspraak van de Afdeling betekent niet dat de uitspraak moet worden herzien.
3. Gelet op het vorenstaande dient het verzoek te worden afgewezen.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E.T. de Jong, griffier.
w.g. Troostwijk w.g. De Jong
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 30 november 2016
628.