ECLI:NL:RVS:2016:3211

Raad van State

Datum uitspraak
24 november 2016
Publicatiedatum
30 november 2016
Zaaknummer
201606989/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.C. Kranenburg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Noordelijke inprikker

Op 4 juli 2016 heeft de raad van de gemeente Wageningen het bestemmingsplan "Noordelijke inprikker" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben de Vereniging tot behoud van Natuur en Landschap in en om Wageningen, ook wel bekend als Mooi Wageningen, en de Fietsersbond beroep ingesteld. Beide partijen hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De zitting vond plaats op 15 november 2016, waar de verzoekers vertegenwoordigd waren door hun voorzitter, vice-voorzitter en een bestuurslid van de Fietsersbond. De raad werd vertegenwoordigd door H.G. van Olderen en L.G. Veldman, beiden werkzaam bij de gemeente. Ook Wageningen Universiteit en de provincie Gelderland waren ter zitting aanwezig.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Het bestemmingsplan beoogt de herinrichting van wegen aan de noordzijde van de campus van Wageningen Universiteit, met als doel een tweede ontsluiting te realiseren. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de raad en Wageningen Universiteit hebben toegezegd niet te beginnen met de uitvoering van het plan voordat er uitspraak is gedaan in de bodemprocedure. Hierdoor was er geen spoedeisend belang voor het verzoek om een voorlopige voorziening, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen.

Wel heeft de voorzieningenrechter de raad opgedragen om het door de verzoekers betaalde griffierecht van € 334,00 te vergoeden. Dit omdat de raad in de voorbereiding van de zaak had aangegeven dat er op korte termijn met de realisering van het plan zou worden begonnen, terwijl dit niet het geval bleek te zijn. Hierdoor hebben de verzoekers niet de mogelijkheid gehad om hun verzoek in te trekken, wat hen het recht op terugbetaling van het griffierecht zou hebben gegeven. De beslissing werd uitgesproken op 24 november 2016.

Uitspraak

201606989/2/R1.
Datum uitspraak: 24 november 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, hierna: de Awb) in het geding tussen:
de Vereniging tot behoud van Natuur en Landschap in en om Wageningen (hierna: Mooi Wageningen), gevestigd te Wageningen, en de Fietsersbond, gevestigd te Utrecht,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Wageningen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 4 juli 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Noordelijke inprikker" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben Mooi Wageningen en de Fietsersbond beroep ingesteld. Mooi Wageningen en de Fietsersbond hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 15 november 2016, waar Mooi Wageningen en de Fietsersbond, vertegenwoordigd door [voorzitter] van Mooi Wageningen, [vice-voorzitter] van Mooi Wageningen] en [bestuurslid] van de Fietsersbond, en de raad, vertegenwoordigd door H.G. van Olderen en L.G. Veldman, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts zijn ter zitting als partij gehoord Wageningen Universiteit, vertegenwoordigd door E. Ebbelink MSc, sectiehoofd Vastgoedbeleid bij Wageningen Universiteit, en de provincie Gelderland, vertegenwoordigd door W.C.H. van Houten, werkzaam bij de provincie.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in de herinrichting van een deel van de wegen Kielekampsteeg en Bornsesteeg aan de noordzijde van de campus van Wageningen Universiteit teneinde een volwaardige tweede ontsluiting van de campus aan de noordzijde te realiseren. Het verzoek strekt tot schorsing van het plan.
3. De voorzieningenrechter overweegt dat de raad en Wageningen Universiteit ter zitting hebben toegezegd niet te beginnen met de realisering van het plan voordat uitspraak is gedaan in de bodemprocedure. Gelet hierop is geen spoedeisend belang gemoeid met het verzoek. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
4. De voorzieningenrechter ziet aanleiding de raad op te dragen aan Mooi Wageningen en de Fietsersbond het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht te vergoeden. Daarbij is van belang dat bij de voorbereiding van deze zaak de Afdeling de raad heeft verzocht om inlichtingen over de planning van de werkzaamheden. De raad heeft toen aan de Afdeling medegedeeld dat op korte termijn zou worden begonnen met de realisering van het plan. Indien de raad voor de zitting schriftelijk had medegedeeld dat bij nader inzien toch niet wordt begonnen met de realisering van het plan voordat uitspraak is gedaan in de bodemprocedure, hadden Mooi Wageningen en de Fietsersbond hun verzoek kunnen intrekken, zodat zij op grond van artikel 8:82, vierde lid, van de Awb hun griffierecht terugbetaald zouden krijgen. Door de handelwijze van de raad hebben zij dit niet kunnen doen. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen is niet gebleken.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. wijst het verzoek af;
II. verstaat dat de raad van de gemeente Wageningen aan de Vereniging tot behoud van Natuur en Landschap in en om Wageningen en de Fietsersbond het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 334,00 (zegge: driehonderdvierendertig euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan één van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander.
Aldus vastgesteld door mr. J.C. Kranenburg, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.L. van Driel Kluit, griffier.
w.g. Kranenburg w.g. Van Driel Kluit
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 24 november 2016
703.