ECLI:NL:RVS:2016:3238
Raad van State
- Hoger beroep
- F.C.M.A. Michiels
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar omgevingsvergunning Hotel Arena te Amsterdam
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen de mondelinge uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die op 10 december 2015 het beroep van de appellant ongegrond verklaarde. De appellant had bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning die op 17 december 2014 was verleend aan Amsterdam Village Company B.V. voor het vergroten van het bestaande gebouw van Hotel Arena, gelegen aan de ’s-Gravesandestraat 51 te Amsterdam. Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost verklaarde het bezwaar van de appellant op 2 juni 2015 niet-ontvankelijk. De rechtbank oordeelde dat de appellant, als lid van de Vereniging Vrienden van het Oosterpark, niet dezelfde status had als de vereniging zelf, die wel als belanghebbende werd aangemerkt. De appellant stelde dat het algemeen bestuur in strijd met het gelijkheidsbeginsel had gehandeld door zijn bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren, terwijl de vereniging wel ontvankelijk was geacht. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 9 november 2016 behandeld, maar geen van de partijen was verschenen. De Afdeling oordeelde dat de rechtbank terecht had overwogen dat de appellant geen zicht had op het hotel en niet in de directe omgeving woonde, waardoor hij niet als belanghebbende kon worden aangemerkt. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.