201604721/1/R6.
Datum uitspraak: 14 december 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1], wonend te Haaren,
2. [appellant sub 2], wonend te Haaren,
en
de raad van de gemeente Haaren,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 21 april 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Haaren, inbreidingslocaties centrum 2015" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2] beroep ingesteld.
De raad heeft bij brief van 4 juli 2016 voorts verzocht om geheimhouding als bedoeld in artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) ten aanzien van de bij de brief gevoegde gemeentelijke grondexploitaties. Bij beslissing van 19 juli 2016 heeft een andere kamer van de Afdeling het verzoek om geheimhouding ingewilligd. Partijen is gevraagd om toestemming om mede op grondslag van de geheim te houden stukken uitspraak te doen. Partijen hebben hiertoe toestemming verleend, als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben gezamenlijk een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 4 november 2016, waar [appellant sub 1], bijgestaan door mr. P.R. Botman, advocaat te Tilburg, en [appellant sub 2], bijgestaan door mr. J.J. Jaspers, advocaat te Rijen, en de raad, vertegenwoordigd door drs. L. Timmermans, M. van de Ven en J. van Baren, allen werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. Het plan voorziet in woningbouw op drie locaties. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] wonen in de nabijheid van de locatie Klim-op. Met het plan wordt beoogd ter plaatse van deze locatie te voorzien in maximaal 30 woningen.
[appellant sub 1], wonend aan de [locatie 1], vreest met name voor een toename van wateroverlast en voor parkeeroverlast.
[appellant sub 2], wonend aan de [locatie 2], vreest eveneens voor toename van de wateroverlast op zijn perceel, alsmede voor verkeer- en parkeeroverlast door het plan.
3. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] stellen dat onvoldoende rekening is gehouden met de waterhuishoudkundige effecten van het plan. Zij wijzen er in dit kader op dat de locatie Klim-op en de nabijgelegen gronden een uitermate nat en drassig gebied betreft waar al vele jaren sprake is van wateroverlast. Uit het rapport "Bodem en water copal Haaren, bodemkundig/hydrologische verkenning en principeplan water" van Arcadis van 18 mei 2005 blijkt volgens [appellant sub 1] dat het gebied wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een harde, voor water ondoordringbare, onderlaag.
[appellant sub 2] wijst op het rapport "Wateroverlast Toon Hermanslaan Gemeente Haaren" van Royal Haskoning van 30 oktober 2003 waarin op de hoge grondwaterstanden wordt gewezen. De ondoordringbare laag in combinatie met hoge grondwaterstanden betekent dat het water niet weg kan en zal leiden tot wateroverlast, aldus [appellant sub 2].
[appellant sub 2] stelt dat een waterparagraaf ontbreekt en dat ten onrechte niet is getoetst aan de Handreiking watertoets van het waterschap De Dommel.
Volgens [appellant sub 1] is de waterparagraaf onvolledig en ondeugdelijk en voldoet deze niet aan de handreiking van het Waterschap De Dommel. Bij afwezigheid van een deugdelijke watertoets kan de raad zich niet op het standpunt stellen dat een afdoende drooglegging is geborgd. [appellant sub 1] wijst erop dat de bodem niet goed beschreven is. Bovendien ontbreekt het advies van het waterschap.
Weliswaar stelt de raad zich op het standpunt dat er geen sprake van verhoging van het plangebied is en dat het verharde oppervlak niet toeneemt, maar ten onrechte zijn de gevolgen van de voorziene woningbouw voor de grondwaterstanden niet onderzocht, aldus [appellant sub 1].
Voor zover de raad is uitgegaan van het hoogtepeil zoals aangegeven op het Actueel Hoogtebestand Nederland, volgt uit de memo "Data-analyse situatie Toon Hermanslaan Haaren n.a.v. inmetingen" van waterschap De Dommel van 30 mei 2016 (hierna: de memo) dat de gegevens van het Actueel Hoogtebestand Nederland niet vrij zijn van discussie gelet op een grote afwijking op één van de meetlocaties, aldus [appellant sub 1].
[appellant sub 2] stelt dat in het verkennend bodemonderzoek van 3 juli 2015 met name is onderzocht of de bodem en het grondwater verontreinigd zijn, maar niet is onderzocht wat de hydrologische effecten zijn, niet is meegenomen dat het plan verharding van nagenoeg het gehele plangebied mogelijk maakt en evenmin is bezien of aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn. De retentievijver en het gescheiden rioolsysteem zijn onvoldoende om de hydrologische effecten van het plan op te vangen, aldus [appellant sub 2].
3.1. De raad stelt zich op het standpunt dat voldoende rekening is gehouden met de waterhuishoudkundige aspecten. De raad wijst er daarbij op dat het deelgebied Klim-op niet zal worden opgehoogd, dat er een gescheiden rioolstelsel zal worden toegepast en dat in het gebied geen sloten zullen worden gedempt. Voorts wijst de raad op het positieve advies van het waterschap De Dommel.
3.2. Ingevolge artikel 3.1.6, eerste lid, onder b, van het Besluit ruimtelijke ordening gaan een bestemmingsplan en een ontwerp hiervan vergezeld van een toelichting waarin een beschrijving is neergelegd van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding.
3.3. In paragraaf 5.3 van de plantoelichting is ingegaan op de waterhuishouding. Voor zover [appellant sub 2] derhalve stelt dat een waterparagraaf in de plantoelichting ontbreekt, mist dit betoog feitelijke grondslag. Met betrekking tot het rapport "Verkennend bodemonderzoek centrumplan Haaren, te Haaren gemeente Haaren" van 3 juli 2015 van Econsultancy.nl stelt de Afdeling vast dat het daaraan ten grondslag liggende onderzoek tot doel heeft vast te stellen of in het plangebied een grond- en/of grondwaterverontreiniging aanwezig is. Met genoemd rapport is derhalve niet beoogd de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding te bezien.
3.4. In de waterparagraaf staat dat de originele bodem ter plaatse van het plangebied volgens de Bodemkaart van Nederland uit hoge zwarte enkeerdgrond bestaat, die volgens de Stichting voor Bodemkartering voornamelijk is opgebouwd uit lemig fijn zand.
De locatie Klim-op is circa 7900 m2 groot en is in de huidige situatie nagenoeg geheel verhard. Het maaiveld bevindt zich volgens het Actueel Hoogtebestand Nederland op een hoogte van circa 7,30 m +NAP.
Ook als het plangebied als geheel wordt bezien, blijft de hoeveelheid verharding in de in het plan voorziene situatie nagenoeg gelijk aan die in de huidige situatie. Gelet op deze gelijkblijvende hoeveelheid verharding en de geldende Keur is het volgens de plantoelichting niet noodzakelijk om retentievoorzieningen aan te leggen. Hemelwater wordt via het gescheiden rioolstelsel afgevoerd naar de beschikbare retentievoorziening ten oosten van de kerk. Bij de aanleg van deze retentievoorziening is reeds rekening gehouden met de aanvoer van hemelwater vanuit het plangebied. Voor de afvoer van het huishoudelijk afvalwater zal worden voorzien in een aansluiting op het gemeentelijk vuilwaterriool. Het riool heeft voldoende capaciteit om de verwachte toename aan afvalwater af te voeren, aldus de plantoelichting.
Voorts vermeldt de waterparagraaf dat de locatie Klim-op in een beekdal ligt. Bij de ontwikkeling van deze locaties dient nadrukkelijk aandacht uit te gaan naar een voldoende drooglegging van het gebied. De ontwikkeling van woningbouw op de locatie Klim-op heeft hydrologisch gezien geen effect op de omgeving, aldus de waterparagraaf.
3.5. Blijkens de plantoelichting heeft de raad zich gerealiseerd dat door de ligging van de woningbouwlocaties Klim-op en Pastoor Verrijtlaan in een beekdal de drooglegging van het gebied specifieke aandacht behoeft. Ook is in de plantoelichting de aard van de bodem beschreven, hoge zwarte enkeerdgrond, hetgeen ook wordt bevestigd in het rapport van Royal Haskoning. In de plantoelichting is wat betreft de hoogteligging uitgegaan van het Algemeen Hoogtebestand Nederland. Voor zover [appellant sub 1] betoogt dat de raad, gelet op de memo, niet van de hoogteligging in het Algemeen Hoogtebestand Nederland had mogen uitgaan, overweegt de Afdeling dat in de memo van 30 mei 2016 de inmetingen nabij de Toon Hermanslaan zijn vergeleken met het Algemeen Hoogtebestand Nederland. Op 1 locatie is de afwijking tussen de inmetingen en het Algemeen Hoogtebestand Nederland erg groot, maar volgens de notitie is deze afwijking toe te schrijven aan de tuininrichting op de desbetreffende locatie. In de memo wordt dan ook geconcludeerd dat de metingen goed overeenkomen met het Algemeen Hoogtebestand Nederland en dat de gemiddelde afwijking 2 cm bedraagt. Geconcludeerd wordt dat het Algemeen Hoogtebestand Nederland dan ook verder gebruikt kan worden als betrouwbare databron. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de raad het Algemeen Hoogtebestand Nederland dan ook als uitgangspunt kunnen nemen.
Aan de gronden van de locatie Klim-op is in het plan grotendeels de aanduiding "bouwvlak" toegekend en het plan staat ook (onder voorwaarden) niet aan verharding van de gronden buiten het bouwvlak in de weg. De locatie is in de huidige situatie echter ook grotendeels verhard. Het waterschap De Dommel heeft bij brief van 7 april 2016 aangegeven in te stemmen met de watertoets. Voor zover [appellant sub 1] en [appellant sub 2] betwijfelen of deze brief een instemming met de watertoets betreft gezien het gebruik van het woord "watertoetsproces", ziet de Afdeling gelet op de inhoud van deze brief voor deze twijfel geen aanleiding. Het waterschap wijst er in genoemde brief op dat de locaties waarop het plan betrekking heeft, in de huidige situatie reeds verhard zijn en dat na de sloop van de bestaande bebouwing en de realisatie van de geplande nieuwbouw geen sprake is van een toename van verhard oppervlak. Om die reden gelden vanuit de nieuwe Brabantbrede Keur 2015 geen verplichtingen om een hemelwaterretentie- en infiltratievoorziening aan te leggen.
Het waterschap wijst erop dat het plan een positief effect heeft op de hydrologie in de kern Haaren nu het hemelwater afkomstig van de inbreidingslocaties zal worden getransporteerd naar de retentievijvers achter de kerk (ten oosten van de kern Haaren). In het verweerschrift heeft de raad toegelicht dat in het Leypad een regenwaterinfiltratieriool ligt waarmee het hemelwater wordt afgevoerd naar de retentievijvers. De hemelwaterafvoer van de nieuw te bouwen woningen en de aan te leggen nieuwe woonstraten wordt aangesloten op dit systeem. Het systeem van het regenwaterinfiltratieriool doorbreekt de aanwezige leemlaagschollen. Bij hoge grondwaterstanden fungeert dit systeem als drainage en voert overtollig hemelwater af, zo heeft de raad toegelicht.
Gezien het vorenstaande heeft de raad zich naar het oordeel van de Afdeling in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de gevolgen van de in het plan voorziene ontwikkelingen voor de waterhuishouding voldoende zijn bezien.
Parkeren
4. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] vrezen voor parkeeroverlast. [appellant sub 1] stelt dat het uitgevoerde parkeeronderzoek onjuist en onvolledig is, omdat daarin geen rekening is gehouden met twee nog niet ingevulde bouwlocaties en bovendien betreffen de zes parkeerplaatsen aan de Driehoeven volgens hem geen openbare maar privé-parkeerplaatsen. Voorts is een aantal onbruikbare parkeerplaatsen in het onderzoek betrokken. Gelet op de woningen voor 55+-ers is er een gerede kans aanwezig dat er meer parkeerplaatsen voor invaliden benodigd zijn. Voorts zou het af- en aanrijden van taxi’s en taxibussen vanwege de locatie Ruijbosch, waar mindervaliden begeleid wonen, niet zijn meegenomen.
[appellant sub 2] wijst er tevens op dat een deel van de voorziene parkeerplaatsen is voorzien op gronden waar in het verleden een sloot was geprojecteerd.
Voorts is niet duidelijk of in de parkeerbehoefte van 51 parkeerplaatsen kan worden voorzien en welk deel van de parkeerplaatsen binnen het plangebied zal worden gerealiseerd. [appellant sub 2] kan zich er niet mee verenigen dat een deel van de parkeerbehoefte buiten het plan zal worden opgevangen.
Ten slotte is volgens [appellant sub 2] in het plan onvoldoende geborgd dat voldoende parkeerplaatsen zullen worden aangelegd.
5. De raad stelt zich op het standpunt dat de in het plan voorziene ontwikkeling niet tot parkeeroverlast zal leiden. Voorts is in de planregels een verplichting opgenomen om te voldoen aan de parkeernormen zoals opgenomen in het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan Haaren.
5.1. Ingevolge artikel 3.1.2, tweede lid, aanhef en onder b van het Besluit ruimtelijke ordening kan ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening een bestemmingsplan regels bevatten waarvan de uitleg bij de uitoefening van een daarbij aangegeven bevoegdheid afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels.
Ingevolge artikel 6.1, aanhef en onder f, van de planregels zijn de voor "Woongebied" aangewezen gronden onder meer bestemd voor parkeervoorzieningen.
Ingevolge artikel 6.5.2 wordt een omgevingsvergunning voor het bouwen, uitbreiden en het wijzigen van de functie van gebouwen en gronden slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid zoals deze hiervoor is opgenomen in het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan Haaren (2011).
Het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan Haaren (2011) (hierna: GVVP) van 3 december 2010, zoals vastgesteld door de raad bevat in bijlage 2 parkeernormen.
5.2. In de plantoelichting is bezien hoeveel parkeerplaatsen benodigd zijn, waarbij zowel is gekeken naar het aantal benodigde parkeerplaatsen op grond van de indicatieve stedenbouwkundige plannen als op grond van de maximale planologische invulling.
De raad heeft daarbij de normen gehanteerd zoals opgenomen in het GVVP.
Nu het plan voor de locatie Klim-op voorziet in maximaal 30 woningen en dit maximale aantal woningen uitsluitend kan worden gerealiseerd wanneer de woningen aaneengebouwd worden zijn volgens de normen uit het GVVP maximaal 51 parkeerplaatsen nodig.
Volgens de plantoelichting is in het stedenbouwkundig plan uitgegaan van de aanleg van 58 parkeerplaatsen. De gemeente is voornemens een parkeerterrein op de hoek van het Leypad en De Ruybosch aan te leggen en voorts zullen in het plangebied diverse parkeerkoffers en langsparkeerplaatsen worden aangelegd.
5.3. In mei en juni 2015 is onderzoek verricht naar de destijds geldende parkeerdruk en parkeermotieven op basis van de destijds geldende bezetting om zo een inschatting te kunnen maken van de verandering van de parkeerdruk bij de ontwikkeling van het plangebied. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in het rapport "Parkeeronderzoek centrum Haaren" van 2 juli 2015 van Exante. Voor de zone Toon Hermanslaan- De Ruybosch volgt daaruit dat de bezettingsgraad destijds maximaal 55% bedroeg.
5.4. Volgens de parkeernormen zoals opgenomen in het GVVP en uitgaande van het maximale aantal te realiseren woningen zijn 51 parkeerplaatsen benodigd.
De plantoelichting vermeldt dat de gemeente net buiten het plangebied op de hoek van het Leypad en De Ruybosch circa 22 parkeerplaatsen zal aanleggen. Het voor de desbetreffende gronden geldende bestemmingsplan "Kom Haaren" staat niet aan de realisering van de parkeerplaats in de weg. Zoals uit de plantoelichting blijkt en de raad ter zitting nader heeft toegelicht is het parkeeronderzoek van 2 juli 2015 bedoeld om te bezien of er zonder realisering van het plan een bestaand parkeerprobleem was en of er planologische ruimte aanwezig is om buiten het plangebied extra parkeerplaatsen ten behoeve van de in het plan voorziene ontwikkeling te realiseren. De Afdeling ziet mede gezien de bezettingsgraad van 55% voor de zone Toon Hermanslaan-De Ruybosch in hetgeen [appellant sub 2] heeft aangevoerd geen aanleiding voor het oordeel dat een deel van de parkeerbehoefte niet aangrenzend aan het plangebied kan worden opgevangen.
Blijkens de plantoelichting en het stedenbouwkundig plan worden binnen het plangebied ongeveer 36 parkeerplaatsen aangelegd. Ingevolge artikel 6.1 onder f van de planregels staan de planregels behorende bij de bestemming "Woongebied" hieraan niet in de weg. Voor zover [appellant sub 1] en [appellant sub 2] betogen dat niet alle parkeerplaatsen waarover in het parkeeronderzoek wordt gesproken ten behoeve van de in het plan voorziene woningbouw kunnen worden benut, heeft de raad ter zitting toegelicht dat bij het voorzien in de behoefte aan parkeerplaatsen ten gevolge van de in het plan voorziene woningen geen reeds bestaande parkeerplaatsen zijn betrokken.
Gezien het vorenstaande alsmede gelet op artikel 6.5.2 van de planregels heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat met het plan de aanleg van afdoende parkeerplaatsen ten behoeve van de in het plan voorziene woningen is verzekerd.
Verkeersbewegingen
6. [appellant sub 2] vreest ook voor verkeersoverlast ten gevolge van de extra verkeersbewegingen vanwege de voorziene woningen.
6.1. De raad betoogt dat de gevolgen vanwege het verkeer van de in het plan voorziene woningen beperkt zal zijn.
6.2. Voor zover [appellant sub 2] vreest dat het plan met name een toename van het aantal verkeersbewegingen op het nabij zijn woning gelegen Leypad zal hebben, heeft de raad erop gewezen dat de weg De Ruybosch de belangrijkste ontsluitingsweg voor de nieuwe woningen op de locatie Klim-op zal vormen. Blijkens de plantoelichting zullen de in het plan voorziene 30 woningen leiden tot totaal 220 extra verkeersbewegingen per werkdag waarvan 22 in de spits. Niet is gebleken dat de capaciteit van de wegen onvoldoende is om deze toename op te vangen.
Gezien het vorenstaande heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het plan niet tot verkeersoverlast ter plaatse van de woning van [appellant sub 2] zal leiden.
Overigens wijst de raad er in het verweerschrift op dat in de toekomst het gedeelte van het Leypad dat langs de woning van [appellant sub 2] loopt van ondergeschikt belang zal zijn voor de ontsluiting van het gebied Klim-op. Dit omdat op het deel van het Leypad vanaf de Driehoeven tot aan de grens van het plangebied met het perceel Driehoeven 5 éénrichtingsverkeer zal worden ingesteld.
Conclusie
7. De beroepen zijn ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart de beroepen ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, voorzitter, en mr. F.D. van Heijningen en mr. B.P.M. van Ravels, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.F.W. Tuit, griffier.
w.g. Van Sloten w.g. Tuit
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 14 december 2016
425.