ECLI:NL:RVS:2016:3490
Raad van State
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerdere uitspraak inzake bestemmingsplan en verzoek tot herziening op basis van nieuwe feiten
Op 28 december 2016 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op het verzoek van [verzoeker] om herziening van een eerdere uitspraak van 13 april 2016. Dit verzoek was gericht tegen de uitspraak van de Afdeling van 17 februari 2016, waarin het verzet van [verzoeker] ongegrond was verklaard. De herziening werd aangevraagd op basis van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt om een onherroepelijke uitspraak te herzien indien er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die voor de uitspraak niet bekend waren.
In deze zaak betoogde [verzoeker] dat het besluit van 24 juni 2013, waarbij het bestemmingsplan "Drechterland Zuid" was vastgesteld, door de Afdeling was vernietigd. Hierdoor zou de raad niet in staat zijn geweest om een nieuw bestemmingsplan vast te stellen met dezelfde bestemming voor het perceel [locatie] te Hem. [verzoeker] stelde dat de eerdere uitspraken van de Afdeling in strijd met het recht waren, omdat deze niet rekening hielden met de vernietiging van het bestemmingsplan.
De Afdeling oordeelde echter dat [verzoeker] geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die niet eerder bekend waren. Zijn argumenten waren een herhaling van eerder ingediende stellingen. Daarom werd geconcludeerd dat niet voldaan was aan de voorwaarden voor herziening zoals gesteld in de Awb. Het verzoek tot herziening werd afgewezen, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.