201402279/6/R1.
Datum uitspraak: 24 februari 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Cargill B.V., gevestigd te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Tate & Lyle Netherlands B.V., gevestigd te Koog aan de Zaan, gemeente Zaanstad,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Zaanstad,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 23 januari 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Zaandam Noord" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Cargill en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Tate & Lyle beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft desverzocht een deskundigenbericht uitgebracht.
Cargill heeft haar zienswijze daarop naar voren gebracht.
Cargill en de raad hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 4 maart 2015, waar Cargill, vertegenwoordigd door mr. H.J. Breeman en mr. L.M. Muetstege, advocaten te Rotterdam, bijgestaan door ing. R.A.O. Gijsel, ing. A. Boom en K. Nobel, Tate & Lyle, vertegenwoordigd door mr. H. Nijman, advocaat te Den Bosch, en de raad, vertegenwoordigd door mr. A.A. Koning, mr. E. L. Zeeman en S. Kilic, allen werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is [belanghebbende] als partij gehoord.
Bij tussenuitspraak van 3 juni 2015, in zaak nr. 201402279/1/R1, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 26 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 23 januari 2014 te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.
Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. De Afdeling heeft in overweging 19 van de tussenuitspraak overwogen dat, gelet op hetgeen Cargill en Tate & Lyle hebben aangevoerd, aanleiding bestaat voor het oordeel dat het bestreden besluit voor zover het betreft de in artikel 32, lid 32.4, van de planregels neergelegde wijzigingsbevoegdheid in strijd is met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Awb en met de rechtszekerheid. De Afdeling heeft de raad opgedragen het gebrek in het bestreden besluit binnen een termijn van 26 weken te herstellen. Deze termijn eindigde op 2 december 2015.
2. Gelet op artikel 8:51d in samenhang bezien met artikel 8:51a, tweede lid, van de Awb verplicht de tussenuitspraak ertoe de gebreken te herstellen binnen de daartoe gestelde termijn.
Bij brief van 27 november 2015 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad medegedeeld dat hetgeen in artikel 32, lid 32.4, van de planregels is geregeld in aanmerking wordt genomen in een nieuw bestemmingsplan voor onder meer het gebied, waar de wijzigingsbevoegdheid betrekking op heeft. Dit bestemmingsplan is in voorbereiding. Het college van burgemeester en wethouders verzoekt de genoemde planregel te vernietigen.
Nu de hersteltermijn ongebruikt is verstreken, is niet voldaan aan de door de Afdeling in de tussenuitspraak gegeven opdracht. De in de tussenuitspraak geconstateerde gebreken in het besluit van 23 januari 2014 zijn derhalve niet hersteld.
3. De beroepen van Cargill en Tate & Lyle zijn gegrond. Het bestreden besluit dient te worden vernietigd voor zover het betreft artikel 32, lid 32.4, van de planregels.
4. Uit een oogpunt van rechtszekerheid en gelet op artikel 1.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening, ziet de Afdeling aanleiding de raad op te dragen het hierna in de beslissing nader aangeduide onderdeel van deze uitspraak binnen vier weken na verzending van de uitspraak te verwerken in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl.
5. De raad dient ten aanzien van Cargill en Tate & Lyle op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart de beroepen gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Zaanstad van 23 januari 2014 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Zaandam Noord" voor zover het betreft artikel 32, lid 32.4, van de planregels;
III. draagt de raad van de gemeente Zaanstad op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak ervoor zorg te dragen dat onderdeel II wordt verwerkt in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening, http://www.ruimtelijkeplannen.nl;
IV. veroordeelt de raad van de gemeente Zaanstad tot vergoeding van de in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten, voor de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Cargill B.V tot een bedrag van € 4.440,20 (zegge: vierduizend vierhonderenveertig euro en twintig cent), waarvan € 1.240,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en voor de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Tate & Lyle Netherlands B.V. tot een bedrag van € 992,00 (zegge: negenhonderdtweeënnegentig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
V. gelast dat de raad van de gemeente Zaanstad aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Cargill B.V. en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Tate & Lyle Netherlands B.V. het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 328,00 (zegge: driehonderdachtentwintig euro) elk vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, voorzitter, en mr. F.C.M.A. Michiels en mr. B.P.M. van Ravels, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.A. Melse, griffier.
w.g. Van Sloten w.g. Melse
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 24 februari 2016
191.