201506823/1/R3.
Datum uitspraak: 9 maart 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant] en anderen, allen wonend te Veldhoven,
en
de raad van de gemeente Veldhoven,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 19 mei 2015 heeft de raad het bestemmingsplan "Leuskenhei" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 25 februari 2016, waar [appellant] en anderen, en de raad, vertegenwoordigd door M. Foederer-Roels en J. Coppens, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts ter zitting [belanghebbende], vertegenwoordigd door ing. J.F.J.M. Leermakers, en de stichting "Woonstichting ‘thuis", vertegenwoordigd door D. Penders, als partij gehoord.
Overwegingen
1. Het bestemmingsplan voorziet in maximaal 61 (zorg)woningen op een voormalige schoollocatie aan de Leuskenhei te Veldhoven. Het plangebied wordt aan de westzijde begrensd door de weg Hertgang en aan de noordzijde door de weg Kemphaan. Aan de zuidzijde ligt de Leuskenhei, ter hoogte waarvan de Hertgang overgaat in De Dom. [appellant] en anderen wonen ten noorden van het plangebied, hetzij aan de Hertgang, hetzij aan de Kemphaan op afstanden variërend van 50 tot 140 m van het plangebied.
Ten behoeve van het bestemmingsplan heeft het college van burgemeester en wethouders bij besluit van 7 april 2015 hogere grenswaarden vastgesteld voor een groot deel van de nieuw te bouwen woningen.
2. [appellant] en anderen betogen dat in de nota van zienswijzen niet is ingegaan op hun bezwaar tegen het vaststellen van de hogere grenswaarden.
De raad is terecht niet ingegaan op deze bezwaren. Deze bezwaren hebben immers geen betrekking op het besluit tot vaststelling van het plan dat is vastgesteld door de raad, maar op het besluit van het college van burgemeester en wethouders tot het vaststellen van hogere waarden. Het betoog faalt.
3. [appellant] en anderen kunnen zich niet verenigen met de bestemming "Gemengd" die is toegekend aan een perceel langs de wegen De Dom en de Hertgang. Volgens hen is op deze wegen nu al veel verkeer en zal de hinder ervan toenemen door toevoeging van een nieuwe woon- en werklocatie. Zij betogen dat de raad bij de berekeningen van de geluidbelasting is uitgegaan van onjuiste verkeersintensiteiten op de weg De Dom. Volgens hen is de hoeveelheid niet 8.000 motorvoertuigen per etmaal (hierna: MVT), zoals de raad vermeldt in de nota van zienswijzen, maar 15.000 MVT.
Verder betogen zij dat de raad ten onrechte niet zijn stelling heeft onderbouwd dat geen verdere verkeersmaatregelen, zoals het aanleggen van zogenoemd zeer open asfalt beton (hierna: Zoab) of een scherm, hoeven te worden getroffen.
3.1. De raad stelt over het aantal MVT op De Dom dat het aantal van 15.000, waarvan [appellant] en anderen uitgaan, ziet op de intensiteit bij een telpunt dat aan de zuidzijde van de wijk Heikant-De Kelen ligt. Dit is een verzamelpunt van al het verkeer dat van en naar de wijk Heikant - De Kelen rijdt. De Leuskenhei is een zijstraat van de Hertgang en de toegangsweg naar de nieuwe woningen. Het aantal MVT is daar ongeveer 8.000, omdat veel van het verkeer dan al verspreid is over de wijk. Op die kruising bestaat volgens de raad geen congestie. Het plan zal ongeveer 140 MVT toevoegen aan het bestaande aantal MVT op de Hertgang. Ongeacht of met 15.000 of 8.000 MVT moet worden gerekend, is die toevoeging verwaarloosbaar en bestaat er geen aanleiding voor het treffen van aanvullende voorzieningen zoals Zoab of een scherm. Voor congestie op de Hertgang behoeft verder niet te worden gevreesd.
3.2. Aan de gronden binnen het plangebied is de bestemming "Gemengd" toegekend. De hiervoor aangewezen gronden zijn ingevolge artikel 3, lid 3.1, onder a, van de planregels bestemd voor woningen.
Aan de gronden is tevens een bouwvlak toegekend. Binnen het bouwvlak is onder meer de aanduiding "maximum aantal wooneenheden = 61" toegekend. Ingevolge lid 3.2.1, onder b, van de planregels mag het totaal aantal woningen en zorgeenheden maximaal het aantal bedragen zoals op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding "maximaal aantal wooneenheden" is aangegeven.
3.3. In de plantoelichting staat dat de nieuwe woningen zorgen voor een toename van het verkeer. Aan de hand van de kencijfers van de CROW publicatie 317 "Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie" van 2012 is de te verwachten hoeveelheid MVT berekend. Volgens die berekening levert het plan een totaal van 142 MVT op. In de plantoelichting is verder geconcludeerd dat deze verkeersgeneratie dusdanig beperkt is dat deze geen invloed heeft op de verkeersafwikkeling op de wegen rondom de ontwikkeling. [appellant] en anderen hebben niet aannemelijk gemaakt dat de toename van het aantal MVT zoals de raad die heeft berekend onjuist is. In hetgeen [appellant] en anderen hebben aangevoerd ziet de Afdeling geen grond voor het oordeel dat de toename van het verkeer ten opzichte van het bestaande aantal MVT, ongeacht of dat 8.000 of 15.000 is, dat het plan zal zorgen voor onaanvaardbare geluidoverlast ter plaatse van de woningen van [appellant] en anderen. De raad heeft dan ook in redelijkheid zich op het standpunt gesteld dat geen aanvullende akoestische maatregelen behoefden te worden getroffen. Het betoog faalt.
4. Gelet op het voorgaande is het beroep ongegrond.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.S. van Helvoort, griffier.
w.g. Van Sloten w.g. Van Helvoort
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 9 maart 2016
361.