ECLI:NL:RVS:2017:1120

Raad van State

Datum uitspraak
20 april 2017
Publicatiedatum
24 april 2017
Zaaknummer
201702922/3/A3 en 201702923/3/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • D.A.C. Slump
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake openbaarmaking verslagen MCCb door minister van Veiligheid en Justitie

Op 20 april 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door de minister van Veiligheid en Justitie in het kader van hoger beroep tegen uitspraken van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had eerder beslist dat de minister op verzoeken van de Nederlandse Omroep Stichting (NOS) en anderen, op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, bepaalde verslagen openbaar moest maken. De minister had bezwaar gemaakt tegen deze uitspraken en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat openbaarmaking van de verslagen volgens hem onomkeerbare gevolgen zou hebben.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het belang van de minister om te voorkomen dat hij de verslagen openbaar moet maken, zwaarder weegt dan het belang van openbaarmaking. De voorzieningenrechter heeft daarom bepaald dat de minister niet hoeft over te gaan tot openbaarmaking van de verslagen van de MCCb totdat de Afdeling op de hoger beroepen heeft beslist. Dit besluit is genomen zonder zitting en is op 20 april 2017 in het openbaar uitgesproken. De uitspraak benadrukt de afweging tussen transparantie en de belangen van de overheid in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur.

Uitspraak

201702922/3/A3 en 201702923/3/A3.
Datum uitspraak: 20 april 2017
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) hangende de hoger beroepen van onder meer:
de minister van Veiligheid en Justitie,
verzoeker,
tegen de uitspraken van de rechtbank Midden-Nederland van 24 februari 2017 in zaken nrs. 15/4950, 15/5091 en 15/4934 in het geding tussen:
de Nederlandse Omroep Stichting, de Volkskrant B.V. en RTL Nieuws (hierna: NOS en anderen)
en
de minister.
Procesverloop
Bij besluiten van 10 februari 2015 heeft de minister beslist op de verzoeken van NOS en anderen op grond van de Wet openbaarheid van bestuur.
Bij besluiten van 11 augustus 2015 heeft de minister de door NOS en anderen daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.
Tegen de besluiten van 11 augustus 2015 hebben NOS en anderen beroep ingesteld.
Bij tussenuitspraken van 3 juni 2016 heeft de rechtbank de minister in de gelegenheid gesteld om binnen acht weken na verzending van de tussenuitspraak, met inachtneming van hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen, de geconstateerde gebreken in de besluiten van 11 augustus 2015 te herstellen.
De minister heeft in reactie op de tussenuitspraken op 26 augustus 2016 aanvullende besluiten op de bezwaren genomen.
Bij uitspraken van 24 februari 2017 heeft de rechtbank de door NOS en anderen tegen de besluiten van 11 augustus 2015 ingestelde beroepen gegrond verklaard, de besluiten van 11 augustus 2015 vernietigd, de besluiten van 26 augustus 2016 vernietigd voor zover daarbij de openbaarmaking is geweigerd van alle verslagen van de MCCb en de in rechtsoverwegingen 6 en 10 genoemde passages in de documenten 19, 21, 24, 58, 104 en 118, de besluiten van 10 februari 2015 in zoverre herroepen, de verzoeken om openbaarmaking in zoverre ingewilligd en bepaald dat deze uitspraken in de plaats treden van het vernietigde deel van de besluiten van 11 augustus 2015 en de besluiten van 26 augustus 2016.
Tegen de tussenuitspraken van 3 juni 2016 en de einduitspraken van 24 februari 2017 heeft onder meer de minister hoger beroep ingesteld. Tevens heeft de minister de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.    De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting.
2.    Het verzoek van de minister strekt ertoe dat bij wijze van voorlopige voorziening wordt bepaald dat hij in afwachting van de uitspraken op de door hem ingestelde hoger beroepen geen gevolg hoeft te geven aan de in hoger beroep bestreden uitspraken, voor zover daarin is bepaald dat hij alle verslagen van de MCCb openbaar maakt.
3.    Uitvoering van de aangevallen uitspraken zal tot onomkeerbare gevolgen leiden. De minister zal dan immers alle verslagen van de MCCb openbaar moeten maken, hetgeen niet meer ongedaan kan worden gemaakt. De minister heeft er belang bij dat, zolang niet op de hoger beroepen is beslist, een dergelijke situatie wordt voorkomen. Het belang bij openbaarmaking van de verslagen van de MCCb brengt niet met zich dat de uitspraken op de hoger beroepen niet kunnen worden afgewacht. Gelet hierop ziet de voorzieningenrechter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
4.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de minister van Veiligheid en Justitie niet behoeft over te gaan tot openbaarmaking van de verslagen van de MCCb die hij volgens de uitspraken van de rechtbank Midden-Nederland in zaken nrs. 15/4950, 15/5091 en 15/4934 openbaar moet maken, voordat de Afdeling op de hoger beroepen heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Klingers, griffier.
w.g. Slump    w.g. Klingers
voorzieningenrechter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 april 2017
341-836.