ECLI:NL:RVS:2017:1130
Raad van State
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- F.C.M.A. Michiels
- D.J.C. van den Broek
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit over tegemoetkoming in verwerkingskosten baggerspecie op percelen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een besluit van het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân, waarbij een tegemoetkoming in de verwerkingskosten van baggerspecie op de percelen BAA02H 3 en 4 is toegekend. Het dagelijks bestuur heeft op 3 december 2014 een bedrag van € 1.451,34 toegekend, gebaseerd op de Schadevergoedingsregeling waterstaatswerken. [appellant] is van mening dat niet alle verwerkingskosten, die in totaal € 2.000,00 bedragen, worden vergoed. Hij betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat baggeren geen regulier onderhoud is en dat de regeling met vaste bedragen leidt tot ongelijkheid tussen perceeleigenaren. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 22 maart 2017 behandeld.
De Afdeling overweegt dat uit artikel 7.14 van de Waterwet volgt dat degene die schade lijdt door de rechtmatige uitoefening van een taak in het kader van waterbeheer, recht heeft op vergoeding, mits de schade niet voor rekening van de benadeelde komt. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de baggerwerkzaamheden als regulier onderhoud kunnen worden beschouwd, waardoor de nadelige gevolgen voor rekening van [appellant] komen. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen grond is voor volledige vergoeding van de schade, aangezien de baggerwerkzaamheden niet als buitengewoon onderhoud zijn aangemerkt.
De uitspraak bevestigt dat de schadevergoeding op basis van de Schadevergoedingsregeling niet bedoeld is als volledige schadevergoeding, maar als een vaste vergoeding die kan variëren afhankelijk van de situatie. De Afdeling concludeert dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank.