ECLI:NL:RVS:2017:1257
Raad van State
- Herziening
- R. van der Spoel
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerdere uitspraak in vreemdelingenrechtelijke zaak
In deze zaak heeft een vreemdeling de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van 23 juni 2014 in zaak nr. 14/3814. De rechtbank heeft op 17 juni 2016 zich onbevoegd verklaard om het verzoek om herziening te behandelen en heeft dit verzoek doorgezonden naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De vreemdeling heeft vervolgens aanvullende stukken ingediend, waarna het onderzoek is gesloten.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft op 10 oktober 2014 al eerder uitspraak gedaan in deze zaak (ECLI:NL:RVS:2014:4814). De rechtbank heeft het verzoek van de vreemdeling terecht aangemerkt als een verzoek om herziening van deze eerdere uitspraak. Volgens artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een onherroepelijke uitspraak herzien worden op basis van specifieke feiten en omstandigheden. De Afdeling oordeelt dat de aangevoerde gronden in het verzoek niet voldoen aan de voorwaarden voor herziening zoals gesteld in de Awb.
De Afdeling heeft het verzoek van de vreemdeling als kennelijk ongegrond afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is op 10 mei 2017 in het openbaar uitgesproken door mr. R. van der Spoel, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. C.E.C.M. van Roosmalen, griffier.