ECLI:NL:RVS:2017:1337
Raad van State
- Hoger beroep
- D.A.C. Slump
- A.B.M. Hent
- G.M.H. Hoogvliet
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake proceskostenveroordeling na intrekking door bestuursorgaan
In deze zaak heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 11 juli 2013, waarin de zaak met nummer 12/1833 werd behandeld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 20 april 2017 ter zitting behandeld, waarbij de staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. R.P.H. Rozenbrand en de verzoeker door drs. M.S.J. Hoorntje, een rechtsbijstandverlener uit Oosterhout.
Tijdens de zitting heeft de staatssecretaris het hoger beroep ingetrokken. De verzoeker heeft vervolgens verzocht om een proceskostenveroordeling, omdat hij kosten heeft gemaakt voor het indienen van een verweerschrift in het hoger beroep. De Afdeling heeft in overweging genomen dat, volgens artikel 8:118 van de Algemene wet bestuursrecht, het bestuursorgaan op verzoek van een partij kan worden veroordeeld in de kosten bij intrekking van het hoger beroep.
De Afdeling heeft geoordeeld dat het verzoek van de verzoeker gegrond is, aangezien de staatssecretaris het hoger beroep heeft ingetrokken na het maken van kosten door de verzoeker. De staatssecretaris is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 495,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 24 mei 2017.