ECLI:NL:RVS:2017:1381
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.J.J.M. Pans
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van inpassingsplan Dijkverbetering Eemshaven-Delfzijl wegens onzorgvuldige voorbereiding en onvoldoende onderzoek naar gevolgen voor appellant
Op 24 mei 2017 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen [appellant], eigenaar van een landbouwbedrijf te Bierum, en provinciale staten van Groningen. Het geschil betreft het inpassingsplan 'Dijkverbetering Eemshaven-Delfzijl', dat op 28 september 2016 door provinciale staten is vastgesteld. Het plan beoogt de verbetering van de Waddenzeedijk en de realisatie van een dubbele dijk, met als doel de waterveiligheid en natuurwaarden te versterken.
[Appellant] heeft beroep ingesteld tegen het besluit van provinciale staten, omdat een deel van zijn gronden in het plangebied ligt en hij geen toestemming heeft gegeven voor de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap'. Hij betoogt dat het plan onzorgvuldig is voorbereid en dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de gevolgen van de dijkverbetering voor zijn gronden en de omgeving. Provinciale staten hebben in hun verweerschrift aangegeven dat het project alleen gerealiseerd zal worden als er overeenstemming is over het gebruik van de gronden, en dat inmiddels overeenstemming is bereikt met de meeste grondeigenaren.
De Afdeling oordeelt dat provinciale staten zich wat betreft de bestemming van de gronden van [appellant] op een ander standpunt hebben gesteld dan in het bestreden besluit. Dit leidt tot de conclusie dat het besluit niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid. De Afdeling verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van provinciale staten voor zover het betreft de gronden van [appellant]. Tevens worden provinciale staten veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan [appellant].