ECLI:NL:RVS:2017:1469
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting en opvang van vreemdeling
Op 2 juni 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van een vreemdeling. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 5 april 2017 door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie was afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 8 mei 2017 het beroep van de vreemdeling tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er niet op voorhand aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep in stand zal blijven. Dit, in combinatie met eerdere uitspraken van de voorzieningenrechter, leidde tot de beslissing om het verzoek van de vreemdeling toe te wijzen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn ontstaan in verband met de behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening. De totale kosten zijn vastgesteld op € 495,00, te wijten aan beroepsmatige rechtsbijstand.