ECLI:NL:RVS:2017:1471
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet-ontvankelijk verklaring verblijfsvergunning
Op 2 juni 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris op 14 maart 2017 niet-ontvankelijk was verklaard. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 17 mei 2017 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde, met de bepaling dat de rechtsgevolgen daarvan geheel in stand blijven. De staatssecretaris heeft vervolgens incidenteel hoger beroep ingesteld.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter overwoog dat, gezien de omstandigheden, niet aannemelijk was dat de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep in stand zou blijven. Daarom kwam het verzoek van de vreemdeling voor toewijzing in aanmerking. De voorzieningenrechter bepaalde dat de vreemdeling niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist en veroordeelde de staatssecretaris tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 495,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Deze uitspraak benadrukt het belang van rechtsbescherming voor vreemdelingen in asielprocedures en de mogelijkheid om voorlopige voorzieningen te vragen in afwachting van een definitieve uitspraak in hoger beroep.