ECLI:NL:RVS:2017:1732

Raad van State

Datum uitspraak
3 juli 2017
Publicatiedatum
3 juli 2017
Zaaknummer
201702444/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • M.G.J. Parkins-de Vin
  • J.J.M.A. Poppelaars
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan wijziging voor recreatiegebied in Nieuwkoop

Op 3 juli 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een geschil tussen een verzoekster, gevestigd te Ter Aar, en de raad van de gemeente Nieuwkoop. De zaak betreft een besluit van de raad van 3 november 2016, waarbij het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Nieuwkoop' werd gewijzigd vastgesteld. De verzoekster heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij vreest dat de continuïteit van haar sierteeltbedrijf in gevaar komt door de toestaan van 30 stacaravans op het perceel van een andere partij, die een camping met wijngaard exploiteert.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 20 juni 2017 ter zitting behandeld. De raad heeft aangegeven dat de vermelding van 30 stacaravans in de planregels abusievelijk is opgenomen en dat dit niet de bedoeling was. De raad heeft inmiddels het plan aangepast, zodat 30 stacaravans niet zijn toegestaan. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen spoedeisend belang is bij het treffen van een voorlopige voorziening, omdat het niet aannemelijk is dat stacaravans zullen worden geplaatst voordat er uitspraak in de hoofdzaak is gedaan. Bovendien zijn stacaravans verplaatsbare objecten, waardoor onomkeerbare gevolgen voor de verzoekster niet aannemelijk zijn. Daarom wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, in tegenwoordigheid van mr. J.J.M.A. Poppelaars, griffier, en is openbaar uitgesproken op 3 juli 2017.

Uitspraak

201702444/2/R3.
Datum uitspraak: 3 juli 2017
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb)) in het geding tussen onder meer:
[verzoekster], gevestigd te Ter Aar, gemeente Nieuwkoop,
verzoekster,
en
de raad van de gemeente Nieuwkoop,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 3 november 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Landelijk gebied Nieuwkoop" gewijzigd vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoekster] beroep ingesteld.
[verzoekster] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
[verzoekster] heeft nadere stukken ingediend.
[partij] heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 20 juni 2017, waar [verzoekster], vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door [persoon], en de raad, vertegenwoordigd door F.W. de Bruijn en N.N.C. Plug, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [partij] gehoord.
Overwegingen
1.    Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.    Artikel 8:81, eerste lid, van de Awb luidt:
"Indien tegen een besluit bij de bestuursrechter beroep is ingesteld [...] kan de voorzieningenrechter [...] op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist."
3.    Het plan voorziet onder meer in een nieuwe planologische regeling voor de camping met wijngaard van [partij] op het perceel [locatie 1] in Ter Aar. [verzoekster] exploiteert op het naastgelegen perceel [locatie 2] een sierteeltbedrijf.
4.    [verzoekster] kan zich niet verenigen met het toestaan van 30 stacaravans op het perceel van [partij]. Zij vreest dat de continuïteit van de bedrijfsvoering van het sierteeltbedrijf in gevaar komt, omdat de gewassen regelmatig met bestrijdingsmiddelen bespoten moeten worden en onvoldoende afstand tussen de toegestane stacaravans en haar bedrijf in acht is genomen. Volgens [verzoekster] heeft [partij] niet verzocht om het toestaan van 30 stacaravans en heeft de raad daar zonder enige motivering toe besloten.
5.    Aan het perceel [locatie 1] is de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" en de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 1" toegekend. Artikel 13, lid 13.1, van de regels van het plan zoals dat met ingang van 16 februari 2017 gedurende zes weken ter inzage is gelegd en is gepubliceerd op de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl luidt:
"De voor "Recreatie - Verblijfsrecreatie" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 1", een camping met een wijngaard, een dagrecreatieve voorziening met op de wijngaardcamping gerichte horeca en detailhandel ([locatie 1] Ter Aar) zoals nader omschreven in 13.2.2".
Lid 13.2.2 luidt:
"Specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 1
([locatie 1] Ter Aar / Wijngaardcamping)
Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 1", gelden de volgende bouwregels:
a. maximaal 1 bedrijfswoning;
b. maximaal 300 m² dagrecreatieve voorziening met horeca;
c. detailhandel binnen de bestaande bebouwing;
d. maximaal 3 trekkershutten;
e. maximaal 6 hooiberghutten;
f. maximaal 300 m² aan overige bedrijfsbebouwing;
g. maximaal 25 kampeermiddelen;
h. maximaal 30 stacaravans;
i. maximaal 1 recreatiewoning;
één en ander volgens de overige bouwregels hierna".
Artikel 1, lid 1.45, luidt:
"kampeermiddelen
Tent, tentwagen, kampeerauto of caravan bestemd voor het houden van recreatief nachtverblijf".
Lid 1.73 luidt:
"stacaravan
Een verplaatsbaar recreatieobject, doorgaans voorzien van volwaardige sanitair en keuken".
6.    De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat in artikel 13, lid 13.2.2, onder h, van de planregels abusievelijk is opgenomen dat 30 stacaravans zijn toegestaan, omdat de raad dat niet heeft beoogd. De raad heeft beoogd 30 kampeermiddelen, waaronder caravans, toe te staan en niet 30 stacaravans. Het plan zoals dat op de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl is gepubliceerd is inmiddels volgens de raad aangepast in de zin dat 30 stacaravans niet zijn toegestaan.
7.    Het verzoek strekt tot schorsing van het plandeel met de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" en de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 1" dat betrekking heeft op het perceel [locatie 1], voor zover op grond daarvan 30 stacaravans zijn toegestaan. Desgevraagd heeft [partij] ter zitting medegedeeld dat hij niet voornemens is om stacaravans te plaatsen. De camping staat momenteel te koop. De raad heeft ter zitting gesteld dat handhavend zal worden opgetreden tegen de eventuele plaatsing van stacaravans door een nieuwe eigenaar, omdat de raad dit onwenselijk acht en de plaatsing van stacaravans niet in overeenstemming is met hetgeen de raad mogelijk heeft willen maken. De voorzieningenrechter is van oordeel dat onder deze omstandigheden geen spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening aanwezig is. Het is niet aannemelijk dat stacaravans zullen worden geplaatst voordat uitspraak in de hoofdzaak is gedaan en als dat toch gebeurt zal daartegen handhavend worden opgetreden. De voorzieningenrechter acht voorts niet aannemelijk dat onomkeerbare gevolgen voor [verzoekster] kunnen ontstaan door de plaatsing van stacaravans. Stacaravans zijn immers, ook op grond van artikel 1, lid 1.73, van de planregels, verplaatsbare recreatieobjecten.
8.    Gelet op het ontbreken van een spoedeisend belang bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
9.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.J.M.A. Poppelaars, griffier.
w.g. Parkins-de Vin    w.g. Poppelaars
voorzieningenrechter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 3 juli 2017
780.