ECLI:NL:RVS:2017:1837
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R. van der Spoel
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met intrekking verblijfsvergunningen
In deze zaak hebben vreemdelingen 1, 2, 3, 4, 5 en 6 een verzoek ingediend bij de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit verzoek betreft een voorlopige voorziening in het kader van hun hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 1 mei 2017, waarin hun beroepen tegen de intrekking van hun verblijfsvergunningen asiel door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie ongegrond zijn verklaard. De staatssecretaris had op 26 april 2016 besloten om de aan de vreemdelingen verleende verblijfsvergunningen in te trekken en hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd af te wijzen.
De vreemdelingen hebben de voorzieningenrechter verzocht om te bepalen dat zij niet mogen worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op hun hoger beroep. Tevens vroegen zij om opvang en verstrekkingen op basis van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers gedurende deze periode. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er niet op voorhand aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep in stand zal blijven, en heeft daarom het verzoek toegewezen.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdelingen niet mogen worden uitgezet totdat er op het hoger beroep is beslist. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdelingen, die zijn vastgesteld op € 495,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Deze uitspraak is gedaan op 7 juli 2017 door mr. R. van der Spoel, in aanwezigheid van griffier mr. L.R.M. Brouwer.