ECLI:NL:RVS:2017:1906
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- A.B.M. Hent
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
Op 12 juli 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling een verzoek om een voorlopige voorziening heeft ingediend. Dit verzoek volgde op de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op 4 januari 2017. De rechtbank Den Haag had op 12 juni 2017 het beroep van de vreemdeling tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde en tevens verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter overwoog dat het verzoek van de vreemdeling gericht was op het voorkomen van beëindiging van de verstrekkingen op basis van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers, gedurende de behandeling van het hoger beroep. Gezien de omstandigheden en eerdere uitspraken, waaronder een relevante uitspraak van 20 december 2016, kwam het verzoek voor toewijzing in aanmerking.
In de beslissing werd bepaald dat de verstrekkingen niet beëindigd mochten worden totdat er een beslissing op het hoger beroep was genomen. Daarnaast werd de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 495,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.