201609085/1/R1.
Datum uitspraak: 19 juli 2017
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante A] en [appellante B], gevestigd te Swalmen, gemeente Roermond (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellante]),
en
de raad van de gemeente Roermond,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 13 oktober 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied Swalmen" gewijzigd vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellante] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellante] en de raad hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft met toepassing van artikel 8:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
Inleiding
1. [appellante] exploiteert een agrarisch bedrijf onderscheidenlijk tankstation op de percelen [locatie 1] en [locatie 2]. Bij het tankstation vindt ondergeschikte detailhandel plaats in een zogenoemde "pompwinkel".
2. Aan de percelen [locatie 1] en [locatie 2] is in het plan de bestemming "Agrarisch met waarden - Agrarische functie met natuur- en landschapswaarden" toegekend.
In artikel 4, lid 4.1, van de planregels is het volgende bepaald:
"De voor 'Agrarisch met waarden - Agrarische functie met natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
[…]
f. een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg met ondergeschikte detailhandel met een bruto verkoopvloeroppervlak van maximaal 125m2 […] uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg'."
Toetsingskader
3. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. De Afdeling stelt niet zelf vast of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, maar beoordeelt aan de hand van die gronden of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.
Beroepsgronden
4. [appellante] kan zich niet met het plan verenigen voor zover het de begrenzing van de functieaanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg" ter plaatse van de percelen [locatie 1] en [locatie 2] betreft.
Volgens hen vindt de detailhandel feitelijk plaats op gronden waaraan die functieaanduiding niet is toegekend. Dit betekent dat die detailhandel ten onrechte niet als zodanig is bestemd, aldus [appellante].
4.1. In het verweerschrift heeft de raad erkend dat de detailhandel die binnen de functieaanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg" is toegestaan, feitelijk plaatsvindt in bebouwing waarvoor die functieaanduiding niet geldt. De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat het besluit in zoverre aanpassing behoeft.
De Afdeling overweegt dat, nu de raad zich in zoverre op een ander standpunt stelt dan hij in het bestreden besluit heeft gedaan en niet is gebleken dat gewijzigde omstandigheden hiertoe aanleiding hebben gegeven, moet worden geoordeeld dat het bestreden besluit, voor zover het de begrenzing van de functieaanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg" betreft ter plaatse van de percelen [locatie 1] en [locatie 2] te Swalmen, niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid.
Het betoog slaagt.
Conclusie
5. Het beroep is gegrond. Het besluit dient wegens strijd met artikel 3:2 van de Awb te worden vernietigd, voor zover het de begrenzing betreft van de functieaanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg" ter plaatse van de percelen [locatie 1] en [locatie 2] te Swalmen.
Zelf voorzien
6. De raad heeft in het verweerschrift de Afdeling verzocht zelf in de zaak te voorzien en de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg" ofwel "vml" te wijzigen zoals weergegeven in bijlage 2 van het verweerschrift. In een nader stuk heeft [appellante] gesteld te kunnen instemmen met deze wijziging. Onder deze omstandigheden en nu voorts niet aannemelijk is dat andere belanghebbenden hierdoor in hun belangen zouden kunnen worden geschaad, ziet de Afdeling aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Awb op de hierna te melden wijze zelf in de zaak te voorzien en te bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit, voor zover dit is vernietigd. De Afdeling zal, in het kader van het zelf voorzien, de begrenzing van de functieaanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg" wijzigen overeenkomstig bijlage 2 van het verweerschrift, die tevens als bijlage bij deze uitspraak is weergegeven en bij deze uitspraak behoort.
Verwerking op de landelijke voorziening
7. Uit oogpunt van rechtszekerheid en gelet op artikel 1.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening, ziet de Afdeling aanleiding de raad op te dragen het hierna in de beslissing nader aangeduide onderdeel van deze uitspraak binnen vier weken na verzending van de uitspraak te verwerken in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl.
Proceskosten
8. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep van [appellante A] en [appellante B] gegrond;
II. vernietigt het besluit van 3 oktober 2016, waarbij de raad van de gemeente Roermond het bestemmingsplan "Buitengebied Swalmen" gewijzigd heeft vastgesteld, voor zover het de begrenzing van de functieaanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg" betreft ter plaatse van de percelen [locatie 1] en [locatie 2] te Swalmen;
III. bepaalt dat de begrenzing van de functieaanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg" ter plaatse van de percelen [locatie 1] en [locatie 2] te Swalmen wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage 2 van het verweerschrift, die tevens als bijlage bij deze uitspraak is weergegeven en bij deze uitspraak behoort;
IV. bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit, voor zover vernietigd;
V. draagt de raad van de gemeente Roermond op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak ervoor zorg te dragen dat het hiervoor vermelde onderdeel III. wordt verwerkt in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl;
VI. veroordeelt de raad van de gemeente Roermond tot vergoeding van bij [appellante A] en [appellante B] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 495,00 (zegge: vierhonderdvijfennegentig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat het bestuursorgaan bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
VII. gelast dat de raad van de gemeente Roermond aan [appellante A] en [appellante B] het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 334,00 (zegge: driehonderdvierendertig euro) vergoedt, met dien verstande dat het bestuursorgaan bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.
Aldus vastgesteld door mr. G. van der Wiel, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.L.M. van Loo, griffier.
w.g. Van der Wiel w.g. Van Loo
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 19 juli 2017
418. Bijlage