ECLI:NL:RVS:2017:2029

Raad van State

Datum uitspraak
20 juli 2017
Publicatiedatum
26 juli 2017
Zaaknummer
201608889/1/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
  • J. Hoekstra
  • R.R. Jacobs
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen bestemmingsplan 'Mosterdpot' en de gevolgen voor privacy en onroerend goed waarde

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 20 juli 2017 uitspraak gedaan in het beroep van een appellant uit Gouderak tegen het besluit van de raad van de gemeente Krimpenerwaard, dat op 27 september 2016 het bestemmingsplan "[locatie] Mosterdpot" heeft vastgesteld. De appellant, die als buurman van het geplande bouwproject vreest voor een vermindering van zijn privacy, heeft zijn bezwaren geuit tegen de mogelijkheid van wonen in de Mosterdpot. Hij stelt dat de aanwezigheid van meer mensen in de nabijheid van zijn woning negatieve gevolgen zal hebben voor zijn woon- en leefklimaat.

De Afdeling heeft echter geoordeeld dat de afstand van het bouwvlak tot de woning van de appellant ongeveer 38 meter bedraagt en dat er al andere woningen in de omgeving staan. Hierdoor is de Afdeling van mening dat de raad in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat het bestemmingsplan geen onaanvaardbare gevolgen heeft voor het woon- en leefklimaat van de appellant. Bovendien is het niet aannemelijk gemaakt dat de waarde van het onroerend goed van de appellant door het plan significant zal dalen, wat ook een belangrijk argument was in de bezwaren van de appellant.

De Afdeling heeft verder benadrukt dat de appellant niet hoeft te wachten met het indienen van een verzoek om tegemoetkoming in planschade, aangezien het bestemmingsplan na deze uitspraak onherroepelijk wordt. Op basis van deze overwegingen heeft de Afdeling het beroep van de appellant ongegrond verklaard.

Uitspraak

201608889/1/R3.
Datum uitspraak: 20 juli 2017
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[appellant], wonend te Gouderak, gemeente Krimpenerwaard,
appellant,
en
de raad van de gemeente Krimpenerwaard,
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 20 juli 2017 om 10:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. J. Hoekstra    voorzitter
griffier: mr. R.R. Jacobs
Verschenen:
[appellant];
De raad, vertegenwoordigd door S.T. de Graaf en J. Kok.
Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van 27 september 2016, waarbij het bestemmingsplan "[locatie] Mosterdpot" is vastgesteld.
Doordat het plan wonen mogelijk maakt in de zogenaamde Mosterdpot zou [appellant] als buurman misschien met een vermindering van privacy te maken kunnen krijgen. Het valt immers te verwachten dat in of bij een woning vaker mensen aanwezig zullen zijn dan in of bij een kantoor. Niettemin is de afstand van het in het bestemmingsplan voorziene bouwvlak tot de woning van [appellant] ongeveer 38 m en staan in de omgeving ook al andere woningen. De Afdeling is daarom van oordeel dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan geen onaanvaardbare gevolgen heeft voor het woon- en leefklimaat van [appellant]. De omstandigheid dat op gronden met de aanduiding "erf" een bijgebouw mag worden geplaatst maakt dit niet anders.
Verder acht de Afdeling niet aannemelijk dat het onroerend goed van [appellant] als gevolg van het plan zodanig veel in waarde zal dalen dat de raad om deze reden het plan niet in redelijkheid heeft kunnen vaststellen. Overigens wijst de Afdeling erop dat [appellant] niet hoeft te wachten met het indienen van een verzoek om een tegemoetkoming in planschade totdat een bouwaanvraag is ingediend. Dit kan vanaf morgen al, omdat het plan na deze uitspraak onherroepelijk wordt.
Om deze redenen verklaart de Afdeling het beroep ongegrond.
w.g. Hoekstra    w.g. Jacobs
lid van de enkelvoudige kamer    griffier
717.