ECLI:NL:RVS:2017:2103
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing aanvraag verklaring omtrent gedrag door staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een verklaring omtrent gedrag (VOG) door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De aanvraag werd afgewezen op 23 december 2015. De staatssecretaris verklaarde het bezwaar van de appellant ongegrond bij besluit van 30 maart 2016. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 4 oktober 2016 het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. De appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 19 juli 2017 ter zitting behandeld. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door mr. J. Zwanenburg. De appellant heeft in zijn hoger beroep grotendeels dezelfde gronden aangevoerd als in de eerdere procedures. De rechtbank had deze gronden al gemotiveerd weerlegd en geconcludeerd dat het besluit van 30 maart 2016 in rechte stand kan houden. De appellant heeft niet aangetoond dat de overwegingen van de rechtbank onjuist zijn.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft geoordeeld dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 2 augustus 2017.