ECLI:NL:RVS:2017:2717
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- A.B.M. Hent
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 6 oktober 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris op 4 augustus 2017 niet in behandeling was genomen. De rechtbank Den Haag had op 6 september 2017 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling vroeg de voorzieningenrechter te bepalen dat hij niet zou worden overgedragen totdat er op het hoger beroep was beslist, en dat hij gedurende deze periode opvang en verstrekkingen zou ontvangen volgens de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers. De voorzieningenrechter overwoog dat het verzoek, gezien eerdere uitspraken, voor toewijzing in aanmerking kwam.
In de beslissing werd bepaald dat de vreemdeling niet zou worden overgedragen totdat er op het hoger beroep was beslist. Tevens werd de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, tot een bedrag van € 495,00, dat geheel toe te rekenen was aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 6 oktober 2017.