ECLI:NL:RVS:2017:2919

Raad van State

Datum uitspraak
30 oktober 2017
Publicatiedatum
30 oktober 2017
Zaaknummer
201704399/4/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • F.C.M.A. Michiels
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake wijzigingsplan 'De Hooghe Heerlyckheid' in Rhoon

Op 30 oktober 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het geding tussen een verzoekster, wonend te Rhoon, en het college van burgemeester en wethouders van Albrandswaard. Het verzoekster heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 18 april 2017, waarbij het college het wijzigingsplan 'De Hooghe Heerlyckheid' heeft vastgesteld. Dit wijzigingsplan voorziet in de herontwikkeling van de Rabobankstrip in Rhoon, met de bouw van 31 luxe appartementen en bijbehorende parkeervoorzieningen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 24 oktober 2017. Tijdens de zitting is de verzoekster vertegenwoordigd door gemachtigden, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. M. Visser en C.A. de Klerk-Verbeek. De verzoekster betoogde dat het plan niet voorziet in voldoende parkeerplaatsen, wat zou leiden tot een toename van de bestaande parkeerproblematiek in de omgeving van haar woning, die zich op ongeveer 120 meter van het plangebied bevindt.

De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien de op 30 mei 2017 verleende omgevingsvergunning voor de bouw van de appartementen en winkelruimten al onherroepelijk was. Hierdoor was de realisering van de ontwikkeling op de Rabobankstrip al mogelijk, ongeacht het oordeel van de voorzieningenrechter. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201704399/4/R3.
Datum uitspraak: 30 oktober 2017
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoekster], wonend te Rhoon, gemeente Albrandswaard,
en
het college van burgemeester en wethouders van Albrandswaard,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 18 april 2017 heeft het college het wijzigingsplan "De Hooghe Heerlyckheid" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoekster] beroep ingesteld.
[verzoekster] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 24 oktober 2017, waar [verzoekster], vertegenwoordigd door [gemachtigden], en het college, vertegenwoordigd door mr. M. Visser en C.A. de Klerk-Verbeek zijn verschenen.
Overwegingen
1.    Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.    Het plangebied is gelegen in het centrum van Rhoon en wordt omsloten door de Rijsdijk, de Dorpsdijk, de Sibeliusstraat en (gedeeltelijk) de Tsjaikovskistraat en staat ook wel bekend als de Rabobankstrip. Het wijzigingsplan voorziet in een herontwikkeling van de Rabobankstrip. Het totale bouwvolume telt 31 luxe appartementen, alsmede een parkeervoorziening van deze appartementen.
Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid die is opgenomen in artikel 35, lid 35.2, van het bestemmingsplan "Rhoon Dorp", dat is vastgesteld op 14 juli 2014.
3.    [verzoekster] woont op een afstand van circa 120 m van het plangebied en betoogt dat het plan niet voorziet in de aanleg van voldoende parkeerplaatsen. Zij vreest dat inwerkingtreding van het wijzigingsplan ter plaatse van haar woning leidt tot een toename van de reeds bestaande parkeerproblematiek.
4.    Op 30 mei 2017 heeft het college voor de desbetreffende gronden een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van 31 appartementen, winkelruimten, bijbehorende parkeerplaatsen en een nieuwe kopgevel met tuinmuur. Niet in geschil is dat het voorliggende wijzigingsplan in zoverre hetzelfde mogelijk maakt als de verleende omgevingsvergunning.
Tegen dit besluit zijn geen rechtsmiddelen aangewend, zodat de verleende vergunning inmiddels onherroepelijk is.
5.    De voorzieningenrechter is van oordeel dat een spoedeisend belang ontbreekt. [verzoekster] is in zoverre niet gebaat bij een schorsing, nu de op 30 mei 2017 verleende omgevingsvergunning realisering van de ontwikkeling op de Rabobankstrip reeds mogelijk maakt en de ontwikkelaar van deze vergunning, daargelaten het oordeel van de voorzieningenrechter in het voorliggende verzoek, gebruik mag maken.
6.    Gelet op het voorgaande ziet de voorzieningenrechter aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
7.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. F.C.M.A. Michiels, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. A. Wijker-Dekker, griffier.
w.g. Michiels    w.g. Wijker-Dekker
voorzieningenrechter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 30 oktober 2017
562.