ECLI:NL:RVS:2017:2983
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 3 november 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen, mede namens hun minderjarige kinderen, een verzoek om voorlopige voorziening hebben ingediend. Dit verzoek was gericht op het voorkomen van uitzetting van de vreemdelingen totdat er een beslissing op hun hoger beroep zou zijn genomen. De vreemdelingen hadden eerder aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op 23 december 2016 waren afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 20 juni 2017 de beroepen van de vreemdelingen tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarna de vreemdelingen in hoger beroep gingen.
De voorzieningenrechter overwoog dat het verzoek om voorlopige voorziening toewijsbaar was, mede in het licht van eerdere uitspraken van de Afdeling. De voorzieningenrechter bepaalde dat de vreemdelingen niet mochten worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist. Tevens werd de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, die door de vreemdelingen waren gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek. De totale kosten werden vastgesteld op € 495,00, te wijten aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.