ECLI:NL:RVS:2017:2987
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met inreisverbod
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 november 2017 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had in hoger beroep beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 22 september 2017 het beroep van de vreemdeling tegen de intrekking van haar verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ongegrond had verklaard. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie had op 14 augustus 2016 besloten om de verblijfsvergunning in te trekken en een inreisverbod uit te vaardigen. De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen, onder verwijzing naar eerdere rechtspraak, en bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn vastgesteld op € 495,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 3 november 2017.