ECLI:NL:RVS:2017:2988
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.J. van Eck
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 6 november 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling, mede namens haar minderjarige dochter, een verzoek om voorlopige voorziening heeft ingediend. Dit verzoek volgde op de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 7 maart 2017. De rechtbank Den Haag had op 26 september 2017 het beroep van de vreemdeling tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep heeft ingesteld.
In het verzoek om voorlopige voorziening vroeg de vreemdeling de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist. Tevens verzocht zij om opvang en verstrekkingen op basis van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers. De voorzieningenrechter heeft het verzoek in het licht van eerdere uitspraken, waaronder ECLI:NL:RVS:2016:3350, toewijsbaar geacht.
De voorzieningenrechter heeft vervolgens bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 495,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Deze uitspraak is openbaar gedaan op 6 november 2017.