ECLI:NL:RVS:2017:3383
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met verzoek om niet-uitzetting
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 6 december 2017 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 16 februari 2017 was afgewezen. De rechtbank Den Haag verklaarde het daartegen ingestelde beroep van de vreemdeling op 6 november 2017 ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de omstandigheden en eerdere uitspraken, het verzoek om een voorlopige voorziening toewijsbaar is. De vreemdeling heeft recht op opvang en verstrekkingen gedurende de periode dat het hoger beroep loopt. De staatssecretaris is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, die zijn ontstaan in verband met de behandeling van het verzoek. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in asielprocedures en de bescherming van de rechten van vreemdelingen in afwachting van een definitieve uitspraak.