201703299/1/R2.
Datum uitspraak: 20 december 2017
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B], beiden wonend te Heeze, gemeente Heeze-Leende (hierna samen en in enkelvoud: [appellant sub 1]),
2. [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B], beiden wonend te Heeze, gemeente Heeze-Leende (hierna samen en in enkelvoud: [appellant sub 2]),
appellanten,
en
het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 7 februari 2017 heeft het college hogere waarden vastgesteld voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting voor de woningen aan de [locaties] vanwege de aan te leggen randweg Heeze in Heeze.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2] beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 oktober 2017, waar [appellant sub 1], bijgestaan door mr. A.M.L. Josten, en [appellant sub 2], van wie [appellant sub 2A], vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. A.M.L. Josten, en het college, vertegenwoordigd door mr. R. Klaver en R.M.E. Peeters, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Bij het bestreden besluit is voor de woning aan de [locatie 1] een hogere waarde van 50 dB en voor de woning aan de [locatie 2] een hogere waarde van 51 dB vastgesteld. De hogere grenswaarden zijn vastgesteld in verband met de aanleg van de randweg Heeze ten zuiden van Heeze. Deze randweg wordt in het bestemmingsplan "De Bulders" planologisch mogelijk gemaakt. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] wonen aan onderscheidenlijk de [locaties]. [appellant sub 2] exploiteert aan de [locatie 2] tevens een Bed and Breakfast. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] vrezen ten gevolge van de aanleg van de randweg onaanvaardbare geluidsoverlast te ondervinden.
2. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] voeren aan dat het vaststellen van hogere grenswaarden voor hun woningen niet nodig is wanneer de randweg 10 tot 15 m verder van hun woningen komt te liggen dan nu is beoogd. Anders dan het college stelt, is dit volgens hen goed mogelijk. Hier zijn volgens [appellant sub 1] en [appellant sub 2] geen stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële bezwaren tegenover gesteld. Zij stellen dat een drukke randweg veel overlast en schade veroorzaakt en daarom niet op korte afstand van bestaande en nieuwe woningen moet worden gerealiseerd.
3. In deze beroepsprocedure staat ter beoordeling of het college heeft kunnen overgaan tot vaststelling van een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege het wegverkeerslawaai van de voorziene nieuwe weg van de gevel van de woningen van [appellant sub 2] en [appellant sub 1] als bedoel in artikel 83, derde lid, van de Wet geluidhinder. Bezwaren met betrekking tot de planologische besluitvorming, waaronder een alternatieve ligging van de randweg en de afweging van belangen, komen aan de orde in het kader van de planologische procedure.
4. Gelet op het voorgaande zijn de beroepen ongegrond.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart de beroepen ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. R. Uylenburg, voorzitter, en mr. F.C.M.A. Michiels en mr. G.T.J.M. Jurgens, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Vletter, griffier.
w.g. Uylenburg w.g. Vletter
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 december 2017
653.