ECLI:NL:RVS:2017:552
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.J.J. van Buuren
- E. Helder
- E.A. Minderhoud
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen buiten behandeling laten van vergunningaanvraag op grond van de Natuurbeschermingswet 1998
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 1 maart 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen [appellante], een farmaceutisch bedrijf, en het college van gedeputeerde staten van Overijssel. De zaak betreft de aanvraag van [appellante] voor een vergunning op grond van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 1998) voor het in werking hebben van een bestaand bedrijf op twee locaties in [plaats]. Het college had de aanvraag op 15 oktober 2015 buiten behandeling gelaten, omdat deze volgens hen onvolledig was. [appellante] betoogde dat de aanvraag voldoende gegevens bevatte om te kunnen worden beoordeeld en dat het college ten onrechte geen gelegenheid had geboden om de aanvraag aan te vullen.
De Afdeling oordeelde dat het college niet in redelijkheid had kunnen besluiten om de aanvraag niet in behandeling te nemen. De gegevens die het college miste, waren al bij [appellante] voorhanden en konden eenvoudig worden opgevraagd. De Afdeling concludeerde dat het college de grenzen van een redelijke toepassing van de Nbw 1998 had overschreden en vernietigde het besluit van het college. Tevens werd het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van [appellante].