ECLI:NL:RVS:2017:567
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- H. Troostwijk
- J.J. van Eck
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel en inreisverbod
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 24 augustus 2016. De rechtbank had het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris om de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd af te wijzen, vernietigd. De staatssecretaris had op 26 juli 2016 een aanvraag van de vreemdeling afgewezen en een inreisverbod uitgevaardigd. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. H.A. Limonard, heeft in hoger beroep zijn standpunten toegelicht.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de vragen over de aanwijzing van Marokko als veilig land van herkomst behandeld. De staatssecretaris had Marokko als veilig land van herkomst aangewezen, en de Afdeling concludeert dat deze aanwijzing terecht is. De vreemdeling heeft niet voldoende onderbouwd waarom het inreisverbod in zijn geval onterecht zou zijn. De Afdeling oordeelt dat het hoger beroep kennelijk gegrond is en vernietigt de uitspraak van de rechtbank. Het beroep van de vreemdeling wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan op 2 maart 2017 door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarbij de voorzitter mr. N. Verheij en de leden mr. H. Troostwijk en mr. J.J. van Eck aanwezig waren. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde datum.