ECLI:NL:RVS:2017:696
Raad van State
- Hoger beroep
- G.M.H. Hoogvliet
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep huurtoeslag niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken gronden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellante] tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 8 juni 2016. De rechtbank had het beroep van [appellante] tegen de beslissing van de Belastingdienst/Toeslagen over de huurtoeslag over 2012 gegrond verklaard, maar het bezwaar tegen het besluit van 11 september 2015 niet-ontvankelijk verklaard. De Belastingdienst/Toeslagen had de huurtoeslag over 2012 definitief vastgesteld op nihil en het betaalde voorschot van € 2.619,00 teruggevorderd. Tegen deze uitspraak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 27 februari 2017 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de zaak behandeld. [appellante] was vertegenwoordigd door mr. M.G.J. Smit, terwijl de Belastingdienst/Toeslagen werd vertegenwoordigd door drs. E.J.E. Groothuis. De Afdeling constateerde dat het hogerberoepschrift geen enkele grond bevatte tegen de uitspraak van de rechtbank. [appellante] had de gelegenheid gekregen om de gronden aan te vullen, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. Tijdens de zitting vroeg [appellante] om uitstel om alsnog gronden in te dienen, maar dit verzoek werd afgewezen omdat het te laat was gedaan.
Aangezien [appellante] in hoger beroep geen gronden heeft ingediend, heeft de Afdeling het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 15 maart 2017.