ECLI:NL:RVS:2017:754
Raad van State
- Hoger beroep
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake huurtoeslag
Op 2 juni 2015 heeft de appellant beroep ingesteld tegen het niet tijdig door de Belastingdienst/Toeslagen genomen besluiten op zijn bezwaren met betrekking tot huurtoeslag over de jaren 2010, 2011 en 2013. De rechtbank Limburg heeft op 2 mei 2016 het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard. Hiertegen heeft de appellant hoger beroep ingesteld. De Belastingdienst/Toeslagen heeft een schriftelijke uiteenzetting ingediend. De zaak is ter zitting behandeld op 9 maart 2017, waar de Belastingdienst/Toeslagen vertegenwoordigd was door drs. J.G.C. van de Werken.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft overwogen dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de ingebrekestellingen als bedoeld in artikel 6:12 van de Algemene wet bestuursrecht ontbreken. Er zijn geen omstandigheden gebleken op grond waarvan geoordeeld zou moeten worden dat het in gebreke stellen redelijkerwijs niet van de appellant kan worden gevergd. Daarom heeft de rechtbank terecht het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard. Het hoger beroep is ongegrond en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd.
De beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State houdt in dat er voor een proceskostenveroordeling geen aanleiding bestaat. De uitspraak is openbaar gedaan op 22 maart 2017.