BIJLAGE
3. Indien de hoogte van de bestuurlijke boete bij wettelijk voorschrift is vastgesteld, legt het bestuursorgaan niettemin een lagere bestuurlijke boete op indien de overtreder aannemelijk maakt dat de vastgestelde bestuurlijke boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is.
4. Artikel 1, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht is van overeenkomstige toepassing.
3. De griffier maakt van de zitting een proces-verbaal op:
a. indien de bestuursrechter dit ambtshalve of op verzoek van een partij die daarbij belang heeft, bepaalt, of
b. op verzoek van de hogerberoepsrechter of de Hoge Raad.
9. De griffier die een proces-verbaal opmaakt, zendt dit aan partijen.
2. Bij verandering in de wetgeving na het tijdstip waarop het feit begaan is, worden de voor de verdachte gunstigste bepalingen toegepast.
1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij anders is bepaald, verstaan onder:
gezagvoerder: degene die het gezag voert over een schip;
Onze Minister: Onze Minister van […] [Infrastructuur en Milieu];
1°. degene jegens wie de gezagvoerder krachtens arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling gehouden is tot het verrichten van arbeid, behalve indien die gezagvoerder aan een derde ter beschikking wordt gesteld voor het verrichten van arbeid welke die derde gewoonlijk doet verrichten;
2°. degene aan wie de gezagvoerder ter beschikking is gesteld voor het verrichten van arbeid als bedoeld onder 1°; of
3°. degene die zonder werkgever als bedoeld onder 1° of 2° te zijn, de gezagvoerder onder zijn gezag arbeid doet verrichten;
1. Overeenkomstig bindende besluiten van instellingen van de Europese Gemeenschappen dan wel anderszins ter uitvoering van verdragen of bindende besluiten van volkenrechtelijke organisaties worden bij ministeriële regeling regels gesteld voor bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorieën van schepen met betrekking tot de vaartijden en bemanningssterkte, de uitrustingsstukken van binnenschepen en de hiermee verband houdende eisen.
2. In het belang van de veiligheid van de vaart kan de regeling, bedoeld in het eerste lid, aanvullende regels bevatten inzake:
a. de vaartijden van schepen;
b. de samenstelling van de minimumbemanning van in die regeling aan te wijzen soorten schepen en categorieën daarvan en bij te onderscheiden exploitatiewijzen, alsmede de aan bemanningsleden te stellen eisen;
c. eisen aan de deskundigheid van bemanningsleden, waaronder begrepen opleiding en ervaring;
d. de rusttijden van de bemanningsleden.
7. De gezagvoerder of de werkgever zijn verplicht tot naleving van:
a. het bepaalde krachtens het eerste en tweede lid, onderdelen a tot en met c;
b. het tot hen gerichte krachtens het tweede lid, onderdeel d, bepaalde; en
9. Het is verboden te handelen in strijd met dit artikel.
1. Onze Minister kan aan degene die handelt in strijd met de artikelen […] 22, negende lid, […] een bestuurlijke boete opleggen.
2. De bestuurlijke boete die ten hoogste kan worden opgelegd komt overeen met de boete van de vierde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.
4. Bij ministeriële regeling worden de boetebedragen voor de beboetbare feiten vastgesteld.
1. In deze regeling wordt verstaan onder:
duwbak: schip dat is bestemd voor het vervoer van goederen, geschikt om te worden geduwd en dat:
1°. niet is voorzien van eigen mechanische voortstuwingsmiddelen; onderscheidenlijk
2°. is voorzien van eigen mechanische voortstuwingsmiddelen die slechts voor verplaatsing over kleine afstanden geschikt zijn;
duwstel: hecht samenstel van schepen, waarvan ten minste één is geplaatst voor het schip met motoraandrijving dat dient voor het voortbewegen van het samenstel, dan wel voor de beide schepen met motoraandrijving die dienen voor het voortbewegen van het samenstel. Hieronder wordt ook verstaan een duwstel dat is samengesteld uit een duwend en een geduwd schip waarvan de koppelingen een beheerst knikken mogelijk maken;
hecht samenstel: een duwstel of een gekoppeld samenstel;
2. Waar in deze regeling de aanduiding ‘jaar’ wordt gebruikt in relatie tot vaartijd, wordt hieronder verstaan 180 effectieve vaardagen in de binnenvaart. Binnen een periode 365 opeenvolgende dagen worden maximaal 180 dagen als vaartijd worden meegerekend. 250 Vaardagen in de zee- of kustvaart dan wel de visserij gelden als één jaar vaartijd.
b. ten minste 19 jaar en:
1°. heeft een beroepservaring van ten minste drie jaar vaartijd als lid van een dekbemanning, waarvan ten minste één jaar in de binnenvaart en twee jaar in hetzij de binnenvaart, de zeevaart, de kustvaart of de visserij;
De bekwaamheid voor een functie aan boord kan te allen tijde worden aangetoond:
a. door de schipper door middel van het vaarbewijs; of
b. door de overige leden van de bemanning door middel van het dienstboekje bedoeld in artikel 5.11.
4. De minimumbemanning van hechte samenstellen, schepen voor dagtochten, stoomschepen voor dagtochten, hotelschepen, veerboten en sleepschepen wordt onderscheidenlijk vastgesteld overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlagen 5.1 tot en met 5.6.
Voor de toepassing van deze paragraaf is artikel 2.02, eerste en tweede lid, met uitzondering van de derde alinea, van het Rsp van overeenkomstige toepassing.
e. het schip is uitgerust met een eenmansstuurstelling voor het varen op radar en voldoet aan de daarop betrekking hebbende artikelen in hoofdstuk 7 van het RosR 1995 dan wel bijlage II, artikel 7.13, van richtlijn 2006/87/EG; en
f. het schip voldoet blijkens een verklaring van de minister aan de eisen van de Standaard S2.
11. Ten aanzien van hechte samenstellen die in exploitatiewijze A1 varen, wordt vrijstelling verleend van de ingevolge artikel 5.6, vierde lid, voor groep 4 voorgeschreven minimumbemanning, mits voldaan wordt aan de volgende voorschriften:
a. de minimumbemanning bestaat uit een schipper, een stuurman en een matroos; en
b. de voorschriften, bedoeld in het vierde lid, onder e en f.
1. De bedragen van de bestuurlijke boete op overtredingen als bedoeld in de artikelen […] 22, negende lid, van de wet zijn opgenomen in tabel 1 in bijlage 11.1 bij deze regeling.
Minimumbemanning van hechte samenstellen als bedoeld in artikel 5.6, vierde lid.
* De lichtmatroos of een van de lichtmatrozen mag worden vervangen door een deksman.
*) In [groep 4] van deze tabel wordt als duwbak aangemerkt al datgene wat tijdens transport geduwd of langszij meegevoerd wordt.
Bijlage11.1 zoals deze luidde van 1 december 2014 tot 1 juli 2015
Tabel 1B. Overige wateren […]
2) Het boetebedrag wordt met 50% verminderd indien de boete wordt opgelegd aan een gezagvoerder in loondienst.
3) De hoogte van het boetebedrag is afhankelijk van het aantal niveaus van onderkwalificatie. Om het aantal niveaus te bepalen worden de volgende niveaus onderscheiden:
3. volmatroos/matroos motordrijver;
Wanneer volgens een tabel minimumbemanning een lichtmatroos niet mag worden vervangen door een deksman is er sprake van onderbemanning indien er een deksman is in plaats van een lichtmatroos. De deksman telt niet mee voor de minimumbemanning.
De boete bedraagt bij onderkwalificatie van:
• 1 niveau € 300,-;
• 2 niveaus € 700,-;
• 3 niveaus € 1.100,-;
• 4 niveaus € 1.400,-.
Indien er bijvoorbeeld een lichtmatroos aanwezig is terwijl er volgens de bemanningsvoorschriften een volmatroos aanwezig moet zijn is er sprake van 2 niveaus tekort.
1. De bemanning en het veiligheidspersoneel die zich overeenkomstig het Rijnvaartpolitiereglement aan boord moeten bevinden van schepen die de Rijn bevaren, dienen in overeenstemming te zijn met de voorschriften van dit reglement. De voor de desbetreffende exploitatiewijze en vaartijd voorgeschreven bemanning en veiligheidspersoneel moeten zich tijdens de vaart voortdurend aan boord bevinden. Het is niet toegestaan zonder de voorgeschreven bemanning of zonder het veiligheidspersoneel te vertrekken. […]
Wanneer een schip voldoet aan de in de artikelen 7.01, 7.04 tot en met 7.08 en 7.11 bedoelde voorschriften voor schepen met een éénmansstuurstelling voor het varen op radar, moet in het certificaat van onderzoek worden aangetekend: "Goedgekeurd voor het voeren van het schip met behulp van radar door één persoon.