ECLI:NL:RVS:2017:918

Raad van State

Datum uitspraak
5 april 2017
Publicatiedatum
5 april 2017
Zaaknummer
201602116/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • N.S.J. Koeman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake omgevingsvergunning voor bioscoopverbouwing te Eindhoven

Op 5 april 2017 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van Service Bioscoop Zien B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft de omgevingsvergunning die op 9 oktober 2014 door het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven is verleend voor de verbouwing van de tweede verdieping van het gebouw Admirant tot bioscoop. Service Bioscoop Zien, die een bioscoop exploiteert in de nabijheid, vreest concurrentie van de nieuwe bioscoop en heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college om de vergunning te verlenen.

De rechtbank heeft op 11 februari 2016 het beroep van Service Bioscoop Zien ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Raad van State. Tijdens de zitting op 14 maart 2017 is de zaak behandeld, waarbij zowel Service Bioscoop Zien als het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven vertegenwoordigd waren. De Afdeling heeft overwogen dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat er geen toename van de parkeerbehoefte is ten opzichte van de eerder vergunde situatie. De Afdeling bevestigt dat de eerdere besluiten, waarbij de bouw van de bioscoop is vergund, voldoende zijn om de huidige vergunning te rechtvaardigen.

De Afdeling heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er zijn geen gronden voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is openbaar gedaan op 5 april 2017.

Uitspraak

201602116/1/A1.
Datum uitspraak: 5 april 2017
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
Service Bioscoop Zien B.V. gevestigd te Eindhoven,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 11 februari 2016 in zaken nrs. 15/1599 en 15/1631 in het geding tussen:
Service Bioscoop Zien en [wederpartij]
en
het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven.
Procesverloop
Bij besluit van 9 oktober 2014 heeft het college aan [vergunninghouder] omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van de tweede verdieping van het gebouw Admirant tot bioscoop op het perceel Nieuwe Emmasingel 20 te Eindhoven.
Service Bioscoop Zien en [wederpartij] hebben beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit op hun bezwaar.
Bij besluit van 3 juni 2015 heeft het college het door Service Bioscoop Zien en [wederpartij] tegen het besluit van 9 oktober 2014 gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 11 februari 2016 heeft de rechtbank het van rechtswege ontstane beroep van Service Bioscoop Zien en [wederpartij] tegen het besluit van 3 juni 2015 ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft Service Bioscoop Zien hoger beroep ingesteld.
Het college en [vergunninghouder] hebben een schriftelijke uiteenzetting ingediend.
Service Bioscoop Zien heeft een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 14 maart 2017, waar Service Bioscoop Zien, vertegenwoordigd door [wederpartij] en [gemachtigde], bijgestaan door mr. P.W.G.M. Christophe, rechtsbijstandverlener, en het college, vertegenwoordigd door M.J.M.J. Heutink, zijn verschenen. Ter zitting is tevens gehoord [vergunninghouder] Theaters B.V, vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. M. Klijnstra, advocaat te Amsterdam.
Overwegingen
Inleiding
1.    Service Bioscoop Zien exploiteert een bioscoop in de directe omgeving van het perceel. Zij vreest concurrentie van de op het perceel voorziene bioscoop.
Beoordeling van het hoger beroep
2.    Service Bioscoop Zien betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat zij haar beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit ter zitting heeft ingetrokken. Zij voert daartoe aan dat zij ter zitting alleen heeft verklaard geen gronden hebben tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar bezwaar, nu er op 3 juni 2015 alsnog op haar bezwaar is beslist. Volgens Service Bioscoop Zien kan het beroep ook niet zijn ingetrokken. Indien het zou zijn ingetrokken, zou er namelijk ook geen beroep meer aanhangig zijn tegen het alsnog genomen reële besluit.
2.1.    Daargelaten of, zoals in het proces-verbaal van de zitting bij de rechtbank is vermeld, Service Bioscoop Zien ter zitting van de rechtbank haar beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit heeft ingetrokken, heeft het college op 3 juni 2015 alsnog een besluit genomen op haar bezwaar. Service Bioscoop Zien heeft daarom geen belang bij een beoordeling van deze grond.
De Afdeling overweegt in dit verband nog dat de intrekking van het oorspronkelijk rechtsmiddel, in dit geval het beroep tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op bezwaar, nadat het reële besluit op 3 juni 2015 is genomen, niet met zich brengt dat het van rechtswege ontstane beroep tegen dat besluit is komen te vervallen.
3.    Service Bioscoop Zien betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat niet is gebleken van een toename van de parkeerbehoefte ten opzichte van de eerder vergunde situatie. Zij voert daartoe aan dat in het besluit van 18 oktober 2007 waarbij op grond van artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: de WRO) vrijstelling is verleend voor de 2e fase van het herontwikkelingsplan voor het gebied 'Rond de Admirant' geen rekening is gehouden met de parkeerbehoefte van de te realiseren bioscoop. Zij voert verder aan dat de rechtbank niet heeft onderkend dat in het verleden geen bouwvergunning is verleend voor een bioscoop op de tweede verdieping van het pand en derhalve de parkeerbehoefte van de bezoekers van die bioscoop bij de beoordeling van de eerdere aanvragen om bouwvergunning niet is betrokken. Uit de bij de besluiten behorende stukken blijkt dat slechts is uitgegaan van een parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen. Nu het bouwplan een parkeerbehoefte heeft van minimaal 190 en maximaal 380 parkeerplaatsen terwijl het bouwplan daar niet in voorziet, is er sprake van strijd met het bestemmingsplan, aldus Service Bioscoop Zien.
3.1.    Ingevolge het bestemmingsplan "Binnenstad" rust op de gronden de bestemming "Centrum - 1".
Artikel 3.1, aanhef en onder f, van de planregels luidt:
"De voor "Centrum - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor cultuur en ontspanning met dien verstande dat: ter plaatse van de aanduiding `bioscoop' de betreffende gronden zijn aangewezen voor een bioscoop met bijbehorende voorzieningen."
Artikel 32.1 luidt:
"Indien de omvang of de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het parkeren of stallen van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, moet in, op of onder dat gebouw dan wel op het bij het gebouw horende perceel, afhankelijk van de bestemming, grootte en bereikbaarheid per openbaar vervoer, een door burgemeester en wethouders conform de Parkeernormen te bepalen aantal parkeerplaatsen aanwezig zijn."
3.2.    De rechtbank heeft overwogen dat het huidige bouwplan voorziet in het daadwerkelijk inrichten van de tweede verdieping van het winkel-leisure gebouw 'Groot Blok' als bioscoop. De wijzigingen die aan het pand worden aangebracht zien op het wijzigen van de indeling van de plattegronden en detaillering. De bezettingsgraadklasse blijft met de verlening van de omgevingsvergunning dezelfde. Deze is al in 2009 gewijzigd van B3 naar B2. Dat betekent, aldus de rechtbank, dat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de parkeerbehoefte door het verlenen van de omgevingsvergunning gelijk is gebleven. Of het college bij het verlenen van de bouwvergunning al dan niet de parkeerbehoefte vanwege de vestiging van een bioscoop in het pand heeft betrokken, is voor de beoordeling van het geschil niet relevant. Volgens de rechtbank kan het betoog dat voor het personeel een parkeerbehoefte van vier parkeerplaatsen bestaat en dus nooit rekening is gehouden met de parkeerbehoefte van de bezoekers van de bioscoop daarom buiten de beoordeling worden gelaten.
3.3.    Ten behoeve het project 'Rond de Admirant' is op 6 oktober 2006 een ruimtelijke onderbouwing opgesteld. Daarin is beschreven dat het project bestaat uit 2 fasen. De ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op de 2e fase. Deze fase omvat de bouw van verschillende gebouwen, waaronder het 'Groot Blok', bestaande uit winkels, horeca en bioscoop.
Bij besluit van 18 oktober 2007 heeft het college met toepassing van artikel 19, tweede lid, van de WRO en overeenkomstig onder meer de ruimtelijke onderbouwing vrijstelling verleend voor de 2e fase van het herontwikkelingsplan voor het gebied 'Rond de Admirant' aan de Emmasingel te Eindhoven, welk plan mede de bouw van het 'Groot Blok', bestaande uit winkels, horeca en bioscoop, omvat.
Bij besluit van 20 mei 2008 heeft het college, onder toepassing van de eerder verleende vrijstelling, reguliere bouwvergunning verleend voor het bouwen van een winkel-leisure gebouw 'Groot Blok' met een casco 2e verdieping, zulks overeenkomstig het bij het besluit bijgevoegde en gewaarmerkte bouwplan.
Bij besluit van 23 november 2009 heeft het college, wederom onder toepassing van de eerder verleende vrijstelling, reguliere bouwvergunning verleend voor een gewijzigde uitvoering van het eerder bij besluit van 20 mei 2008 vergunde bouwplan.
3.4.    In het besluit van 18 oktober 2007 is vrijstelling verleend van het toen geldende bestemmingsplan om onder meer de bouw van een bioscoop op het perceel mogelijk te maken. Met de bij besluit van 20 mei 2008 verleende bouwvergunning is de bouw van een gebouw vergund, waarin onder meer de functie leisure wordt gerealiseerd. Onder die functie valt naar het oordeel van de Afdeling mede een bioscoop. De bouw van een bioscoop is derhalve bij dat besluit vergund. Daaraan doet niet af dat, zoals Service Bioscoop Zien stelt, in het besluit tevens is vermeld dat pas mag worden begonnen met de nadere uitwerking en indeling van de tweede verdieping wanneer een gewijzigde aanvraag om bouwvergunning met betrekking tot de genoemde uitwerking is aangevraagd en verleend. Bij het besluit van 23 november 2009 heeft het college een gewijzigde uitvoering van het bouwplan vergund. De wijziging had onder meer betrekking op een wijziging van de bezettingsgraadklasse van de tweede verdieping van B3 naar B2. Deze wijziging had tot gevolg dat er meer bezoekers in de bioscoop konden worden toegelaten.
Gelet op het voorgaande is de Afdeling van oordeel dat de vraag of het bouwplan voorziet in voldoende parkeergelegenheid reeds moet zijn beoordeeld bij de totstandkoming van de eerdere besluiten, waarbij de bouw van de bioscoop is vergund. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen behoort bij de beoordeling van de vraag of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid alleen rekening te worden gehouden met de toename van de parkeerbehoefte als gevolg van het realiseren van het bouwplan. Nu het thans aan de orde zijnde bouwplan slechts voorziet in het daadwerkelijk inrichten van de tweede verdieping en van wijzigingen met betrekking tot de bezettingsgraad niet is gebleken, heeft de rechtbank terecht overwogen dat niet is gebleken van een toename van de parkeerbehoefte ten opzichte van de eerder vergunde situatie. Van strijd met het bestemmingsplan is daarom geen sprake.
Het betoog faalt.
4.    Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
5.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. N.S.J. Koeman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. N.D.T. Pieters, griffier.
w.g. Koeman    w.g. Pieters
lid van de enkelvoudige kamer    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 5 april 2017
473.