ECLI:NL:RVS:2018:1004

Raad van State

Datum uitspraak
15 maart 2018
Publicatiedatum
23 maart 2018
Zaaknummer
201707640/2/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om handhaving tegen tijdelijke huisvesting van arbeidskrachten op bungalowpark

Op 21 februari 2016 hebben [wederpartij sub 2A] en [wederpartij sub 2B] het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas verzocht om handhavend op te treden tegen de huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten op het bungalowpark De Stille Wille. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg van 11 augustus 2017, waarin het beroep van [wederpartij sub 2A] en [wederpartij sub 2B] tegen het niet tijdig nemen van een besluit op hun handhavingsverzoek gegrond werd verklaard. Het college werd opgedragen om binnen twee weken een besluit te nemen op het handhavingsverzoek. Op 24 augustus 2017 heeft het college het handhavingsverzoek afgewezen en op 20 december 2017 zijn er lasten onder dwangsom opgelegd aan Bungalowpark De Stille Wille en enkele verzoekers, met als doel de huisvesting van arbeidsmigranten te beëindigen.

Bungalowpark De Stille Wille, samen met de verzoekers, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank verzocht om de besluiten van 20 en 27 december 2017 te schorsen tot zes weken na het besluit op bezwaar. De voorzieningenrechter van de rechtbank heeft deze verzoeken doorgestuurd naar de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Tijdens de openbare zitting op 15 maart 2018 heeft de voorzieningenrechter, mr. C.H.M. van Altena, zich onbevoegd verklaard om van de verzoeken kennis te nemen. Hij overwoog dat de besluiten van 20 en 27 december 2017 geen besluiten zijn die van rechtswege onderwerp zijn van het geding in hoger beroep, maar primaire besluiten waartegen bezwaar openstaat. Dit betekent dat de rechtbank bevoegd is om kennis te nemen van de verzoeken om voorlopige voorzieningen.

Uitspraak

201707640/2/A1.
Datum uitspraak: 15 maart 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: Awb) van:
1.    Bungalowpark De Stille Wille Meijel B.V., gevestigd te Meijel, gemeente Peel en Maas,
2.    [verzoeker sub 2], wonend te Meijel, gemeente Peel en Maas,
3.    [verzoeker sub 3], wonend te [woonplaats],
4.    [verzoeker sub 4], wonend te Panningen, gemeente Peel en Maas,
hangende de hoger beroepen van:
1.    het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas,
2.    [wederpartij sub 2A] en [wederpartij sub 2B], wonend te Meijel, gemeente Peel en Maas
tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 11 augustus 2017 in de zaken nrs. 17/323, 17/324, 17/640 en 17/641 in het geding tussen:
[wederpartij sub 2A] en [wederpartij sub 2B],
en
het college.
Openbare zitting gehouden op 15 maart 2018 om 13:30 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. C.H.M. van Altena, voorzieningenrechter
griffier: mr. L.S. Kors
Verschenen:
Bungalowpark De Stille Wille, [verzoeker sub 2], [verzoeker sub 3] en [verzoeker sub 4], allen vertegenwoordigd door mr. T.I.P. Jeltema, advocaat te Veldhoven;
Het college, vertegenwoordigd door drs. A.P. Langerak en J.H.C. Derks.
Op 21 februari 2016 hebben [wederpartij sub 2A] en [wederpartij sub 2B] het college verzocht om handhavend op te treden tegen de huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten op het bungalowpark De Stille Wille. De hoger beroepen richten zich tegen de uitspraak van 11 augustus 2017 waarbij de rechtbank, voor zover thans van belang, het beroep van [wederpartij sub 2A] en [wederpartij sub 2B] tegen het niet tijdig nemen van een besluit op hun handhavingsverzoek gegrond heeft verklaard en het college heeft opgedragen om binnen twee weken na de dag van verzending van de uitspraak een besluit te nemen op het handhavingsverzoek. Bij besluit van 24 augustus 2017 heeft het college, ter uitvoering van de uitspraak van de rechtbank, het handhavingsverzoek afgewezen. Bij besluit van 20 december 2017 heeft het college aan Bungalowpark De Stille Wille een last onder dwangsom opgelegd, strekkende tot het beëindigen van de huisvesting van arbeidsmigranten in de bungalows op de percelen [...]. Bij afzonderlijk besluit van 20 december 2017 heeft het college aan Bungalowpark De Stille Wille een last onder dwangsom opgelegd, strekkende tot het beëindigen van de huisvesting van arbeidsmigranten in de bungalow op het perceel [locatie 2]. Bij afzonderlijk besluit van 20 december 2017 heeft het college aan [verzoeker sub 4] een last onder dwangsom opgelegd, strekkende tot het beëindigen van de huisvesting van arbeidsmigranten in de bungalow op het perceel [locatie 1]. Bij afzonderlijk besluit van 20 december 2017 heeft het college aan [verzoeker sub 3] een last onder dwangsom opgelegd, strekkende tot het beëindigen van de huisvesting van arbeidsmigranten in de bungalow op het perceel [locatie 2]. Bij afzonderlijk besluit van 20 december 2017 heeft het college aan [verzoeker sub 2] een last onder dwangsom opgelegd, strekkende tot het beëindigen van de huisvesting van arbeidsmigranten in de bungalow op het perceel [locatie 3]. Bij besluit van 27 december 2017 heeft het college aan Bungalowpark De Stille Wille een last onder dwangsom opgelegd, strekkende tot het beëindigen van de huisvesting van arbeidsmigranten in de bungalow op het perceel [...]. Bungalowpark De Stille Wille, [verzoeker sub 2], [verzoeker sub 3] en [verzoeker sub 4] hebben de voorzieningenrechter van de rechtbank verzocht de besluiten van 20 en 27 december 2017 te schorsen tot zes weken na het besluit op bezwaar. De voorzieningenrechter van de rechtbank heeft deze verzoeken met toepassing van artikel 6:15, in samenhang met artikel 8:81, vierde lid, van de Awb ter verdere behandeling doorgestuurd naar de voorzieningenrechter van de Afdeling.
Beslissing
De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd om van de verzoeken kennis te nemen.
Daartoe overweegt de voorzieningenrechter het volgende.
De voorzieningenrechter van de rechtbank heeft de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening doorgestuurd naar de voorzieningenrechter van de Afdeling, omdat de besluiten van 20 en 27 december 2017 volgens hem met toepassing van artikel 6:19 van de Awb door de Afdeling kunnen worden meegenomen bij de beoordeling van de hoger beroepen tegen de uitspraak van 11 augustus 2017.
Artikel 6:19, eerste lid, van de Awb luidt: "Het bezwaar of beroep heeft van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben."
Uit het bepaalde in artikel 6:24 van de Awb volgt dat artikel 6:19, eerste lid, van overeenkomstige toepassing is indien hoger beroep kan worden ingesteld.
Bij het besluit van 24 augustus 2017 heeft het college het handhavingsverzoek van [wederpartij sub 2A] en [wederpartij sub 2B] afgewezen. Dit besluit is een besluit als bedoeld in artikel 6:19, eerste lid, van de Awb dat van rechtswege mede onderwerp is van het geding in hoger beroep.
De besluiten van 20 en 27 december 2017 zijn geen besluiten als bedoeld in artikel 6:19, eerste lid, van de Awb die van rechtswege mede onderwerp zijn van het geding in hoger beroep, maar primaire besluiten waartegen bezwaar openstaat. Bij deze besluiten heeft het college alsnog ambtshalve aan Bungalowpark De Stille Wille, [verzoeker sub 2], [verzoeker sub 3] en [verzoeker sub 4] lasten onder dwangsom opgelegd ten aanzien van zeven bungalows op het bungalowpark De Stille Wille. Deze besluiten zijn gezien hun inhoud geen besluiten op het handhavingsverzoek van [wederpartij sub 2A] en [wederpartij sub 2B], dat bij het besluit van 24 augustus 2017 was afgewezen. De besluiten strekken voorts niet tot intrekking, wijziging of vervanging van het besluit van 24 augustus 2017.
Dit betekent dat de besluiten van 20 en 27 december 2017 niet door de Afdeling worden meegenomen bij de beoordeling van de hoger beroepen tegen de uitspraak van 11 augustus 2017. Het college moet besluiten op de daartegen gemaakte bezwaren en de voorzieningenrechter van de rechtbank is bevoegd om kennis te nemen van de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening.
w.g. Van Altena    w.g. Kors
voorzieningenrechter    griffier
687.