ECLI:NL:RVS:2018:2022

Raad van State

Datum uitspraak
20 juni 2018
Publicatiedatum
20 juni 2018
Zaaknummer
201706784/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • D.J.C. van den Broek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing handhavingsverzoek gebruik schuur in strijd met bestemmingsplan

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 13 juli 2017. Het college van burgemeester en wethouders van Achtkarspelen had op 11 mei 2016 het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het gebruik van een schuur op het perceel [locatie] te Stroobos afgewezen. Dit gebruik zou in strijd zijn met het bestemmingsplan. De rechtbank verklaarde het beroep van [appellant] gegrond en vernietigde het besluit van 1 december 2016, maar liet de rechtsgevolgen in stand. Hierop heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 6 juni 2018 behandeld. [appellant] betoogde dat de rechtbank had miskend dat het college onvoldoende onderzoek had verricht naar het gebruik van de schuur. Hij stelde dat de schuur ten dienste moet staan van de bestemming "Recreatie", maar dat deze als werkplaats wordt gebruikt, wat in strijd zou zijn met het bestemmingsplan. De rechtbank had overwogen dat het college voldoende onderzoek had verricht en dat de activiteiten in de schuur in overeenstemming waren met de bestemming "Recreatie".

De Afdeling heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat het hoger beroep ongegrond is. De rechtbank had terecht vastgesteld dat het college voldoende onderzoek had gedaan en dat er geen overtreding was geconstateerd. De beslissing van de rechtbank om de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand te laten, werd eveneens bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201706784/1/A1.
Datum uitspraak: 20 juni 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Stroobos, gemeente Achtkarspelen,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 13 juli 2017 in zaak nr. 17/119 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Achtkarspelen.
Procesverloop
Bij besluit van 11 mei 2016 heeft het college het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het gebruik van een schuur op het perceel [locatie] te Stroobos in strijd met het bestemmingsplan, afgewezen.
Bij besluit van 1 december 2016 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 13 juli 2017 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 1 december 2016 vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Het college en [appellant] hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 6 juni 2018.
Overwegingen
1.    [appellant] heeft in het verzoek om handhaving gesteld dat de schuur op het perceel [locatie] te Stroobos ten dienste moet staan van de bestemming "Recreatie". Volgens hem wordt de schuur echter gebruikt als een werkplaats, dan wel sociale werkvoorziening. Dit blijkt volgens [appellant] uit de website van het bedrijf ‘De 4 Elementen’ dat op het perceel is gevestigd.
2.    [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college onvoldoende onderzoek heeft verricht naar het daadwerkelijke gebruik van de schuur. De door het college genoemde activiteiten lijken te passen bij een recreatieve bestemming, maar als deze activiteiten worden verricht door werknemers van de sociale werkplaats is dit in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan, aldus [appellant]. Hij betoogt dat de website van het bedrijf ‘De 4 Elementen’ aanleiding geeft tot nader onderzoek.
2.1.    De rechtbank heeft overwogen dat uit het samenstel van controles, foto’s en de toelichting van het college ter zitting valt af te leiden dat de werkzaamheden die in de schuur op het perceel [locatie] te Stroobos worden verricht ten dienste van de bestemming "Recreatie" staan. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat, in tegenstelling tot hetgeen [appellant] kennelijk meent, niet is gebleken dat de activiteiten die plaats hebben in die schuur ten behoeve van de sociale werkvoorziening worden verricht. De rechtbank heeft daarnaast overwogen dat het college, hoewel niet allemaal vastgelegd, meerdere controles heeft verricht, dat het college regelmatig de website van ‘De 4 Elementen’ nakijkt en dat het college, gelet op de inhoud van het handhavingsverzoek, daarom afdoende onderzoek heeft verricht. Omdat [appellant] pas na het instellen van beroep informatie over de foto’s en onderzoeken heeft ontvangen, heeft de rechtbank het besluit van 1 december 2016 vernietigd wegens strijd met het motiverings-beginsel. De rechtbank heeft de rechtsgevolgen van het besluit echter in stand gelaten, omdat het college het verzoek om handhaving terecht heeft afgewezen nu geen overtreding is geconstateerd.
2.2.    Op het perceel Groningerstreek 34 geldt op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan Gerkesklooster - Stroobos de bestemming "Bedrijventerrein" met functieaanduiding "Sociale werkvoorziening". Het handhavingsverzoek ziet op het perceel [locatie], waarop de bestemming "Recreatie" rust. Op deze percelen is het bedrijf ‘De 4 Elementen’ gevestigd. Volgens het proces-verbaal van de rechtbank werken mensen van de sociale werkvoorziening soms op het perceel [locatie]. Het college acht dit niet in strijd met de bestemming "Recreatie", omdat de bij de controle geconstateerde werkzaamheden, zoals het beitsen van picknickbanken die op het perceel worden gebruikt, ten behoeve van de recreatieve bestemming worden verricht.
Naar het oordeel van de Afdeling heeft de rechtbank terecht overwogen dat uit het samenstel van controles, foto’s en de toelichting van het college ter zitting bij de rechtbank volgt dat het college voldoende onderzoek heeft verricht naar aanleiding van het handhavingsverzoek van [appellant]. Gelet op deze informatie heeft de rechtbank voorts terecht overwogen dat de activiteiten in de schuur aan de [locatie] ten behoeve van de ter plaatse geldende bestemming "Recreatie" worden verricht. Anders dan [appellant] veronderstelt, valt uit een foto van mensen voor een schuur op de website van ‘De 4 Elementen’ niet af te leiden dat deze mensen in strijd met de bestemming "Recreatie" in de schuur aan de [locatie] werken. De rechtbank heeft de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit dan ook terecht in stand gelaten.
Het betoog faalt.
3.    Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank dient te worden bevestigd, voor zover aangevallen.
4.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de uitspraak van de rechtbank, voor zover aangevallen.
Aldus vastgesteld door mr. D.J.C. van den Broek, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E.T. de Jong, griffier.
w.g. Van den Broek    w.g. De Jong
lid van de enkelvoudige kamer    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 juni 2018
628.