ECLI:NL:RVS:2018:2381

Raad van State

Datum uitspraak
13 juli 2018
Publicatiedatum
16 juli 2018
Zaaknummer
201805460/1/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • J.J. van Eck
  • E. de Groot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een uitspraak inzake niet-ontvankelijkheid van hoger beroep in vreemdelingenrecht

In deze zaak heeft de vreemdeling, mede namens haar minderjarig kind, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van 14 juni 2018. In die uitspraak werd het hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 27 maart 2018 niet-ontvankelijk verklaard. De vreemdeling heeft aangevoerd dat er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven tot herziening van de uitspraak.

De Afdeling heeft het verzoek om herziening beoordeeld aan de hand van artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel stelt dat een onherroepelijke uitspraak kan worden herzien op basis van specifieke, in de wet omschreven feiten en omstandigheden. De Afdeling heeft vastgesteld dat de door de vreemdeling aangevoerde argumenten niet voldoen aan de criteria die in deze bepaling zijn gesteld.

Na het sluiten van het onderzoek heeft de Afdeling geconcludeerd dat het verzoek kennelijk ongegrond is en heeft zij het verzoek afgewezen. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 13 juli 2018, waarbij mr. J.J. van Eck als lid van de enkelvoudige kamer en mr. E. de Groot als griffier aanwezig waren.

Uitspraak

201805460/1/V1.
Datum uitspraak: 13 juli 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54, eerste lid, in samenhang met artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: de Awb) op het verzoek van:
[de vreemdeling], mede voor haar minderjarig kind,
verzoekster,
om herziening van de uitspraak van de Afdeling van 14 juni 2018 in zaak nr. 201803673/1/V1.
Procesverloop
De vreemdeling heeft de Afdeling verzocht de uitspraak van 14 juni 2018 in zaak nr. 201803673/1/V1, waarbij de Afdeling het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 27 maart 2018 niet-ontvankelijk heeft verklaard, te herzien.
Vervolgens is het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1.    Ingevolge artikel 8:119, eerste lid, van de Awb kan een onherroepelijk geworden uitspraak worden herzien op grond van in deze bepaling nader omschreven feiten en omstandigheden. Hetgeen in het verzoek is gesteld, valt niet aan te merken als een feit of omstandigheid, als bedoeld in die bepaling.
2.    Het verzoek dient als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.
3.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.J. van Eck, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E. de Groot, griffier.
w.g. Van Eck    w.g. De Groot
lid van de enkelvoudige kamer    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 13 juli 2018
210.