ECLI:NL:RVS:2018:2386
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke procedure tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 16 juli 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in een vreemdelingenrechtelijke zaak. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 11 januari 2017 een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar de staatssecretaris verklaarde dit bezwaar op 16 november 2017 ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 29 mei 2018 het beroep gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg binnen zes weken een nieuw besluit te nemen.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep in stand zal blijven. Gezien de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdeling, heeft de voorzieningenrechter besloten om het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen. Dit betekent dat de staatssecretaris geen nieuw besluit hoeft te nemen op het bezwaar van de vreemdeling totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
De uitspraak is openbaar gedaan op 16 juli 2018, waarbij mr. J.Th. Drop als voorzieningenrechter en mr. J.J. Schuurman als griffier aanwezig waren. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.