ECLI:NL:RVS:2018:2600
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft de vreemdeling, die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend, een verzoek gedaan om een voorlopige voorziening. Dit verzoek was gericht op het voorkomen van zijn uitzetting totdat er een beslissing op zijn hoger beroep zou zijn genomen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had eerder, op 27 februari 2017, de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 4 april 2018 het beroep van de vreemdeling tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling in hoger beroep ging.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek van de vreemdeling beoordeeld. Gezien de omstandigheden en eerdere uitspraken, waaronder een relevante uitspraak van 20 december 2016, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het verzoek om een voorlopige voorziening toewijsbaar is. De vreemdeling heeft recht op bescherming tegen uitzetting totdat er een definitieve uitspraak in het hoger beroep is gedaan. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdeling heeft gemaakt in verband met zijn verzoek, tot een bedrag van € 501,00, dat geheel is toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
De uitspraak is gedaan op 1 augustus 2018, waarbij de voorzieningenrechter H. Troostwijk en griffier P.A.M.J. Graat aanwezig waren. De beslissing is openbaar uitgesproken en betreft een belangrijke stap in de rechtsgang van de vreemdeling, die zijn recht op asiel probeert te waarborgen.