ECLI:NL:RVS:2018:2684
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 8 augustus 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 18 juni 2018 was afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 18 juli 2018 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de vreemdeling in overweging genomen, met inachtneming van eerdere uitspraken, waaronder een uitspraak van 20 december 2016. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het verzoek toewijsbaar is en heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn ontstaan in verband met de behandeling van het verzoek. De kosten zijn vastgesteld op € 501,00, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op 8 augustus 2018, waarbij mr. H. Troostwijk als voorzieningenrechter en mr. G.A. van de Sluis als griffier aanwezig waren.