ECLI:NL:RVS:2018:3168

Raad van State

Datum uitspraak
27 september 2018
Publicatiedatum
2 oktober 2018
Zaaknummer
201807258/2/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake bouwplannen in Veere

Op 27 september 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een mondelinge uitspraak gedaan in een hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Veere. Dit hoger beroep was gericht tegen een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 1 augustus 2018. De rechtbank had eerder een beslissing genomen in een geschil tussen het college en AGRAforce Take 1 C.V. en andere partijen, die betrokken zijn bij bouwplannen in de gemeente Veere.

Tijdens de openbare zitting, die om 10:30 uur begon, werd het verzoek van het college om een voorlopige voorziening te treffen besproken. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat er volgens hem geen spoedeisend belang was. Dit oordeel was gebaseerd op de toezegging van de gemachtigde van AGRAforce Take 1 C.V. dat er niet gebouwd zou worden totdat er onherroepelijk op het hoger beroep was beslist. Deze toezegging werd ter zitting bevestigd en is ook vastgelegd in het proces-verbaal.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter het college van burgemeester en wethouders van Veere veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten die AGRAforce Take 1 C.V. en andere partijen hebben gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek. De totale kosten zijn vastgesteld op € 1.002,00, welke geheel toe te rekenen zijn aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat betaling aan een van de betrokken partijen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.

Uitspraak

201807258/2/A1.
Datum uitspraak: 27 september 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:
het college van burgemeester en wethouders van Veere
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 1 augustus 2018 in zaak nr. 18/2090 in het geding tussen:
AGRAforce Take 1 C.V. en andere gevestigd te Veere,
en
verzoeker.
Openbare zitting gehouden op 27 september 2018 om 10:30 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. S.F.M. Wortmann, voorzieningenrechter
griffier: mr. S. de Koning
Verschenen:
Verzoeker, vertegenwoordigd door L.M. Louwerse en mr. J.H.P. Hofs;
AGRAforce Take 1 C.V. en andere, vertegenwoordigd door [gemachtigde].
Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 1 augustus 2018, verzonden op 14 augustus 2018, van de rechtbank. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter
I.    wijst het verzoek af;
II.    veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Veere tot vergoeding van bij AGRAforce Take 1 C.V. en andere in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.002,00 (zegge: duizendtwee euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.
Daartoe overweegt hij het volgende.
Er is geen spoedeisend belang omdat [gemachtigde] als gemachtigde heeft toegezegd dat er niet gebouwd zal worden totdat onherroepelijk op het hoger beroep is beslist. De Afdeling gaat van die toezegging uit, die ter zitting is bevestigd en ook als zodanig in het proces-verbaal van de zitting is opgenomen.
w.g. Wortmann    w.g. De Koning
voorzieningenrechter     griffier
712.