201803360/4/R6.
Datum uitspraak: 17 oktober 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek van:
de raad van de gemeente Heiloo,
verzoeker,
om opheffing of wijziging (artikel 8:87 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb)) van de bij uitspraak van 16 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2379, getroffen voorlopige voorziening in het geding tussen: [appellante], gevestigd te Heiloo, waarvan de vennoten zijn [vennoot A] en [vennoot B],
en
de raad van de gemeente Heiloo,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 5 maart 2018 heeft de raad het bestemmingsplan "Noordergeestkerk" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [appellante] beroep ingesteld. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Bij uitspraak van 16 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2379, heeft de voorzieningenrechter bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van 5 maart 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Noordergeestkerk" geschorst wat betreft het plandeel met de bestemming "Wonen" voor het perceel aan de Vinkenbaan (kadastraal bekend onder sectie A, nummer 7625). Bij brief van 1 augustus 2018 heeft de raad te kennen gegeven dat het gebrek is hersteld. De raad heeft de voorzieningenrechter verzocht de bij uitspraak van 16 juli 2018 getroffen voorlopige voorziening op te heffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 2 oktober 2018, waar de raad, vertegenwoordigd door L. Bas, J.G. Francke en J. van der Burg, Msc, en [appellante], vertegenwoordigd door mr. L.T. van Eijck van Heslinga, advocaat te Alkmaar, zijn verschenen. Voorts is ter zitting als partij gehoord Woningstichting Kennemer Wonen, vertegenwoordigd door mr. P.G. Wemmers, advocaat te Alkmaar, en [persoon].
Overwegingen
1. Artikel 8:85, tweede lid, van de Awb luidt als volgt:
De voorlopige voorziening vervalt in ieder geval zodra:
[…];
c. de bestuursrechter uitspraak heeft gedaan.
2. Bij uitspraak van heden, ECLI:NL:RVS:2018:3316, heeft de Afdeling geoordeeld over de beroepen van [belanghebbende] en anderen en [appellante] tegen het besluit van de raad van 5 maart 2018. In die uitspraak is het beroep van [belanghebbende] en anderen ongegrond verklaard. De Afdeling heeft het beroep van [appellante] gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd wat betreft het plandeel met de bestemming "Wonen" voor het perceel aan de Vinkenbaan (kadastraal bekend sectie A, nummer 7625) en de rechtsgevolgen van dat besluit in stand gelaten. Gelet op artikel 8:85, tweede lid, aanhef en onder c, van de Awb is de bij uitspraak van 16 juli 2018 getroffen voorlopige voorziening daarmee vervallen. 3. Gelet op het voorgaande dient het verzoek te worden afgewezen.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. D. Milosavljević, griffier.
w.g. Van Diepenbeek w.g. Milosavljević
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 oktober 2018
739.