201710460/1/A1.
Datum uitspraak: 28 november 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
Peer B.V., gevestigd te Westervoort,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 20 november 2017 in zaak nr. 16/7045 in het geding tussen:
[eigenaar], wonend te Doetinchem,
en
het college van burgemeester en wethouders van Doetinchem.
Procesverloop
Bij besluit van 22 december 2015 heeft het college het verzoek van [eigenaar] om handhavend op te treden jegens Peer B.V. vanwege gebruik van het perceel aan de Auroraweg 5 in Doetinchem (hierna: het perceel) in strijd met het bestemmingsplan, afgewezen.
Bij besluit van 14 oktober 2016 heeft het college het door [eigenaar] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 20 november 2017 heeft de rechtbank het door [eigenaar] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard en het besluit van 14 oktober 2016 vernietigd. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft Peer B.V. hoger beroep ingesteld.
[eigenaar] heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Peer B.V. en het college hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 oktober 2018, waar Peer B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde A] en [gemachtigde B], bijgestaan door mr. C.F. van Helvoirt, advocaat te Arnhem, [eigenaar], bijgestaan door [gemachtigde C], en het college, vertegenwoordigd door P. Mulder en ing. H.C. ten Boom, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Op het perceel is een tuincentrum gevestigd dat onder meer sierbestrating verkoopt. [eigenaar] is eigenaar van een stuk grond dat grenst aan het perceel. Hij heeft het college verzocht om handhavend op te treden jegens Peer B.V., omdat zij volgens hem in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Dichteren-2012" (hierna: het bestemmingsplan) handelt door de sierbestrating niet alleen aan particulieren maar ook aan hoveniers te verkopen, waardoor sprake is van groothandel in plaats van de op het perceel toegestane detailhandel. Het college heeft het handhavingsverzoek afgewezen, omdat het zich op het standpunt stelt dat niet is gebleken dat Peer B.V. opereert als groothandel. Het college stelt zich verder op het standpunt dat ook als sprake zou zijn van activiteiten die als groothandelsactiviteiten zouden kunnen worden aangemerkt, deze activiteiten ondergeschikt zijn aan de detailhandelsactiviteiten.
De rechtbank heeft het besluit op bezwaar van 14 oktober 2016 vernietigd. De rechtbank heeft overwogen dat Peer B.V. sierbestrating verkoopt aan hoveniers en dat zij hiermee in strijd met het bestemmingsplan handelt. De rechtbank heeft verder overwogen dat het college onvoldoende heeft onderzocht of de verkoop aan hoveniers ondergeschikt is aan de detailhandelsactiviteiten.
2. Voor zover het college zich op het standpunt stelt dat [eigenaar] geen belang had bij de behandeling van zijn beroep, omdat hij zijn woning heeft verkocht, overweegt de Afdeling dat vast staat dat [eigenaar] wel nog een stuk grond dat grenst aan het perceel in eigendom heeft. Hij had reeds daarom procesbelang.
3. Peer B.V. betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat zij niet in strijd met het bestemmingsplan handelt. Peer B.V. voert aan dat zij vrijwel alleen maar sierbestrating en andere tuinspullen aan particulieren verkoopt. Peer B.V. stelt dat het zelden voorkomt dat een hovenier naar het tuincentrum komt. Peer B.V. voert verder aan dat ook als de verkoop van sierbestrating en andere tuinspullen via een hovenier niet kan worden aangemerkt als "detailhandel", ze desalniettemin niet in strijd met het bestemmingsplan handelt, omdat de verkoop aan hoveniers ondergeschikt is aan de detailhandelsactiviteiten. Volgens Peer B.V. is in 2015 4% van alle transacties aan hoveniers gefactureerd en in 2016 5%.
3.1. Artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo) luidt:
"1 Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit:
[…]
c. het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan […]"
Ingevolge het bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming "Detailhandel-Tuincentrum".
Artikel 6.1 van de planregels luidt:
"De voor 'Detailhandel - Tuincentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. tuincentrum […]"
Op grond van artikel 1.74 wordt onder ‘tuincentrum’ verstaan:
"Een detailhandelsbedrijf, gericht op de teelt en de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee ook de verkoop van artikelen voor de inrichting en het onderhoud van tuinen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen."
Op grond van artikel 1.33 wordt onder ‘detailhandel’ verstaan:
"Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ter verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt."
3.2. Op grond van artikel 6.1 van de planregels, in samenhang met artikel 1.74 en 1.33, is op het perceel de verkoop van sierbestrating en andere tuinspullen alleen toegestaan aan particulieren.
Peer B.V. heeft uiteengezet dat als een particulier sierbestrating wil kopen, de particulier zelf naar het tuincentrum toe komt. Daar wordt de particulier rondgeleid en geïnformeerd over de mogelijkheden. De particulier kiest sierbestrating uit en bestelt deze bij het tuincentrum. De sierbestrating wordt vervolgens bij de particulier thuisbezorgd. Hoewel het voorkomt dat de factuur niet naar de particulier maar naar een hovenier wordt gestuurd, komt volgens Peer B.V. ook dan de koop tot stand tussen het tuincentrum en de particulier.
3.3. Van verkoop aan particulieren is sprake indien een koopovereenkomst tot stand komt tussen het tuincentrum en een particulier. Daarvoor is niet bepalend of de factuur ook naar de particulier wordt gezonden en rechtstreeks door de particulier wordt betaald. [eigenaar] betwist dat de door Peer B.V. geschetste en hiervoor in 3.2 weergegeven gang van zaken juist is. Uit het besluit op bezwaar van 14 oktober 2016 noch uit het primaire besluit van 22 december 2015 blijkt dat het college heeft onderzocht aan wie Peer B.V. de sierbestrating verkoopt. Om hier voldoende duidelijkheid over te krijgen, zal het college meer onderzoek moeten doen naar de precieze gang van zaken ten aanzien van transacties waar een hovenier bij is betrokken. De rechtbank heeft daarom terecht het besluit op bezwaar van 14 oktober 2016 vernietigd. De rechtbank heeft verder terecht geoordeeld dat het college onvoldoende heeft onderzocht waarom, indien de transacties niet als detailhandel kunnen worden aangemerkt, sprake is van ondergeschikte activiteiten. Daargelaten of de door Peer B.V. genoemde percentages kunnen leiden tot het oordeel dat het gebruik ondergeschikt is aan de detailhandel, heeft [eigenaar] terecht opgemerkt dat het college niet heeft onderzocht of deze percentages juist zijn. De steekproef die het college zelf heeft gedaan, is onvoldoende nauwkeurig om tot de conclusie te kunnen komen dat de activiteiten ondergeschikt zijn.
Het betoog faalt.
4. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
5. Met het oog op een efficiënte afdoening van het geschil ziet de Afdeling aanleiding om met toepassing van artikel 8:113, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht te bepalen dat tegen het nieuwe besluit slechts bij haar beroep kan worden ingesteld.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. bevestigt de aangevallen uitspraak;
II. bepaalt dat tegen het door het college van burgemeester en wethouders van Doetinchem te nemen nieuwe besluit slechts bij de Afdeling beroep kan worden ingesteld.
Aldus vastgesteld door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.A.A. van Roessel, griffier.
w.g. Steendijk w.g. Van Roessel
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 28 november 2018
457-811.