ECLI:NL:RVS:2018:3981

Raad van State

Datum uitspraak
5 december 2018
Publicatiedatum
5 december 2018
Zaaknummer
201706701/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • F.C.M.A. Michiels
  • J. Kramer
  • H. Bolt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake bestemmingsplan Katwijk & Nieuwkoop 2017

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 5 december 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellanten, wonend in Pijnacker-Nootdorp, en de raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp. De zaak betreft een bestemmingsplan, genaamd 'Katwijk & Nieuwkoop 2017', dat op 1 juni 2017 door de raad is vastgesteld. Appellanten hebben in een eerdere tussenuitspraak van 6 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1879, de raad opgedragen om binnen 16 weken de gebreken in het besluit te herstellen. De Afdeling heeft in die tussenuitspraak vastgesteld dat de maximaal toegestane bebouwingsoppervlakte op het perceel van appellanten vergroot moest worden tot de oppervlakte van de huidige legale bebouwing, en dat het bestemmingsplan in strijd was met het rechtszekerheidsbeginsel.

Na de tussenuitspraak heeft de raad op 27 september 2018 het bestemmingsplan gedeeltelijk gewijzigd, waarbij aan het perceel van appellanten een maximumbebouwingsoppervlakte van 1.702 m2 is toegekend. De Afdeling heeft geoordeeld dat het beroep van appellanten gegrond is, omdat het oorspronkelijke besluit van 1 juni 2017 in strijd was met het rechtszekerheidsbeginsel en de Algemene wet bestuursrecht. De Afdeling heeft het besluit van de raad vernietigd voor zover het de aanduiding van de bebouwingsoppervlakte betreft.

De Raad van State heeft de raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellanten, die in totaal € 1.252,50 bedragen, en heeft tevens het griffierecht van € 168,00 aan hen toegewezen. De uitspraak is openbaar gedaan op 5 december 2018.

Uitspraak

201706701/2/R3.
Datum uitspraak: 5 december 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant A], wonend te Pijnacker, gemeente Pijnacker-Nootdorp, thans zijn rechtsopvolgers [appellant B], wonend te [woonplaats] en [appellant C], wonend te Nootdorp, gemeente Pijnacker-Nootdorp (hierna in enkelvoud: [appellant]),
en
de raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp,
verweerder.
Procesverloop
Bij tussenuitspraak van 6 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1879 (hierna: de tussenuitspraak) heeft de Afdeling de raad opgedragen binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van de raad van 1 juni 2017, waarbij het bestemmingsplan "Katwijk & Nieuwkoop 2017" is vastgesteld, te herstellen. Deze uitspraak is aangehecht.
Bij besluit van 27 september 2018 heeft de raad het besluit van 1 juni 2017 gedeeltelijk gewijzigd.
[appellant] heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld, zijn zienswijze over de wijze waarop de gebreken zijn hersteld naar voren gebracht.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1.    Met betrekking tot het beroep van [appellant] heeft de Afdeling in de tussenuitspraak onder 7.5 overwogen dat de maximaal toegestane bebouwingsoppervlakte op het perceel [locatie] te Pijnacker (hierna: het perceel) in ieder geval moet worden vergroot tot de bebouwingsoppervlakte van de huidige legale bebouwing en dat het plan in zoverre is vastgesteld in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. Verder heeft de Afdeling in de tussenuitspraak onder 9.2 overwogen dat onduidelijk is waarom de raad een uitbreidingsmogelijkheid bij recht van in beginsel vijftien procent niet heeft gehanteerd voor het perceel van [appellant].
2.    Gelet op hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen is het beroep gegrond. Het besluit van 1 juni 2017 dient wegens strijd met het rechtszekerheidsbeginsel en artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) te worden vernietigd, voor zover aan het perceel de aanduiding "maximaal bebouwd oppervlak (m2) = 1275" is toegekend.
3.    Naar aanleiding van de tussenuitspraak heeft de raad bij besluit van 27 september 2018 het bestemmingsplan gedeeltelijk gewijzigd vastgesteld, door aan het perceel een maximumbebouwingsoppervlakte van 1.702 m2 toe te kennen. De maximumbebouwingsoppervlakte van 1.702 m2 omvat de huidige legale bebouwing op het perceel met een totale bebouwingsoppervlakte van 1.480 m2 en een uitbreidingsmogelijkheid bij recht van vijftien procent.
4.    Artikel 6:19, eerste lid, van de Awb luidt: "Het bezwaar of beroep heeft van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben."
5.    Nu met het besluit van 27 september 2018 aan het beroep geheel tegemoet is gekomen, heeft dit beroep, gelet op artikel 6:19, eerste lid, van de Awb, niet van rechtswege mede betrekking op dat besluit.
Proceskosten
6.    De raad dient op na te melden wijze te worden veroordeeld in de proceskosten.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.    verklaart het beroep van [appellant A] thans zijn rechtsopvolgers [appellant B] en [appellant C] gegrond;
II.    vernietigt het besluit van de raad van de gemeente
Pijnacker-Nootdorp van 1 juni 2017 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Katwijk & Nieuwkoop 2017", voor zover aan het perceel [locatie] te Pijnacker de aanduiding "maximum bebouwd oppervlak (m2) = 1275" is toegekend;
III.    veroordeelt de raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp tot vergoeding van bij [appellant A], thans zijn rechtsopvolgers [appellant B] en [appellant C], in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1252,50 (zegge: twaalfhonderdtweeënvijftig euro en vijftig cent), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
IV.    gelast dat de raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp aan [appellant A], thans zijn rechtsopvolgers [appellant B] en [appellant C], het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 168,00 (zegge: honderdachtenzestig euro) vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.
Aldus vastgesteld door mr. F.C.M.A. Michiels, voorzitter, en mr. J. Kramer en mr. H. Bolt, leden, in tegenwoordigheid van mr. R.I.Y. Lap, griffier.
w.g. Michiels    w.g. Lap
voorzitter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 5 december 2018
288-867.