ECLI:NL:RVS:2018:4001
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Lubberdink
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Italië
Op 5 december 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 9 oktober 2018 niet in behandeling was genomen. De rechtbank Den Haag had op 7 november 2018 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde en tevens verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling vroeg de voorzieningenrechter te bepalen dat hij niet aan Italië zou worden overgedragen totdat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter overwoog dat, gezien de omstandigheden en eerdere uitspraken, het verzoek voor toewijzing in aanmerking kwam. De staatssecretaris werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, die door de vreemdeling waren gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek.
De voorzieningenrechter besloot dat de vreemdeling niet zou worden overgedragen aan Italië totdat er een beslissing op het hoger beroep was genomen. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van € 501,00 aan proceskosten, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 5 december 2018.