ECLI:NL:RVS:2018:4007
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning
In deze zaak heeft de vreemdeling een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen, nadat zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling was genomen. Dit besluit dateert van 19 oktober 2018. De rechtbank Den Haag heeft op 21 november 2018 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep heeft ingesteld. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 6 december 2018 uitspraak gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening. De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter te bepalen dat hij niet zou worden overgedragen totdat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft, in het licht van eerdere uitspraken, geoordeeld dat het verzoek voor toewijzing in aanmerking komt. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 501,00 zijn vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan op 6 december 2018.