ECLI:NL:RVS:2018:4009
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft de vreemdeling, die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend, een verzoek om voorlopige voorziening ingediend bij de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 16 oktober 2018 besloten om de aanvraag van de vreemdeling niet in behandeling te nemen. Hiertegen heeft de vreemdeling beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 21 november 2018 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat hij zou worden overgedragen gedurende de behandeling van het hoger beroep.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de vreemdeling in overweging genomen, waarbij hij heeft gekeken naar eerdere uitspraken, waaronder een relevante uitspraak van 20 december 2016. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het verzoek van de vreemdeling voor toewijzing in aanmerking komt. De staatssecretaris is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdeling heeft gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek, tot een bedrag van € 501,00, dat geheel is toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden overgedragen totdat er een beslissing is genomen op het door hem ingestelde hoger beroep. Deze uitspraak is gedaan op 6 december 2018 en is openbaar uitgesproken.